42 :: Rijksdesignmeester Timo de Rijk

42 :: Rijksdesignmeester Timo de Rijk

14-10-2011 12:29 Laatste update: 28-04-2018 21:17

Joost Alferink

Precies één jaar is Timo de Rijk bijzonder hoogleraar aan de door Premsela Stichting ingestelde masteropleiding Design Cultures aan de VU in Amsterdam. 

1. Waarom is een theoretische leerstoel Design Cultures eigenlijk nodig?
Het ontbreekt in het Nederlandse designveld vooral aan een inhoudelijke discussie over vormgeving. Een beetje architect heeft het al snel over de betekenis en positie van de architectuur en kan daar een goed debat over houden. Ontwerpers kunnen aan zo'n discussie vaak niet of nauwelijks meedoen, ze missen een stuk intellectuele ontwikkeling. Met de studie Design Cultures willen we de studenten juist die bagage meegeven om vervolgens aan deze discussies een bijdrage te leveren. Het vakgebied zal daardoor dynamischer en levendiger worden. Beschouwing is cruciaal.

2. Als je een consument naar designvoorkeuren vraagt dan is 'tijdloos' vaak een antwoord. Hoe verklaar je dat? Ontwerpers proberen tijdloos te ontwerpen door gebruik te maken van wat zij als neutrale vormen en kleuren zien. Een mooi terugkerend voorbeeld is hoe de ontwerpers van Apple zich steeds laten inspireren door de vormgeving van Dieter Rams voor Braun in de jaren 60. Heldere producten met een sobere detaillering en gedomineerd door de non-kleuren wit, zwart en grijs met een enkele signaalkleur. Puur functie is tijdloos. Zo zijn sommige producten van Braun door de huidige jeugd nog steeds heel moeilijk te dateren.

3. Hoe komt het dan dat een iPod uit 2001 er volstrekt gedateerd uitziet en een Boeing 747 uit 1969 nog mee kan met de producten van nu?
Dat sluit aan op de vorige vraag, tijdloosheid is vooral een drager. Als er steeds doorontwikkeld wordt binnen hetzelfde concept en er geen wezenlijk ander product binnen de categorie volgt, kan een historisch ontwerp verrassend modern blijven doordat we er steeds nieuwe betekenissen aan koppelen. Dat is bij de Boeing 747 het geval. De grootste wijzigingen in veertig jaar zijn de verlenging van het vliegtuig en de wingtips. Daarnaast hebben andere vliegtuigbouwers geen schokkende nieuwe modellen geïntroduceerd. Bij de iPod volgt het ene model in hele korte tijd op het andere, daardoor treedt er razendsnel zichtbare veroudering op.

4. Waarom zijn in de beperkte designdiscussie retro, Italiaans en Scandinavisch populaire termen?
Retro is voor mij iets heel anders dan Scandinavisch of Italiaans design. De laatste twee vertegenwoordigen een heel herkenbare, heldere stijl. Italiaans als verzorgd, kwalitatief, luxe en snel. Scandinavisch als sober, ambachtelijk en natuurlijk. De herkenbaarheid maakt dat producenten en consumenten deze termen ook graag gebruiken. Retro is veel ingewikkelder. Een ontwerper zal wel met Italiaans of Scandinavisch geassocieerd willen worden, maar zich nooit retro-ontwerper noemen. Retro heeft iets van een techniek die tot stilstand is gekomen, daardoor kan het heel vertrouwd aanvoelen maar als uitgangspunt heeft het een oubollig karakter.

5. Een heel ander onderwerp, wat is volgens jou de noodzakelijkheid van gebruiksgemak?
Dat is vooral een leerstelling van industrieel ontwerpers. Je moet daar altijd, zoals ik het noem, langs de halte ergonomie met je product terwijl dat geen garantie is voor een geslaagd product. Je kunt in cultureel opzicht een uiterst geslaagd product maken wat met alle wetten van de ergonomie spot. Het is belangrijk dat er gradaties van gebruiksgemak toegepast kunnen worden op verschillende productcategorieën. Zo is de duurste, meest gewilde klassieke auto een Ferrari uit de jaren 50 en dat is typisch een model waar bijna niemand inpast!

6. In hoeverre beïnvloedt design consumentisme?
Dat is een lastige, natuurlijk leiden steeds nieuwe producten tot nieuwe aankopen. De ontwerper en het design zijn onderdeel van het hele systeem. De relevantie van de producten is dan bepalend. De ontwerper moet zijn rol niet overschatten. Een interessante discussie is de diepe wens van iedere ontwerper (en vaak ook architecten) om een stoel, lamp of vaas te hebben ontworpen. De algemene reactie is altijd; maar een stoel bestaat toch al in al haar varianten! Dan gaat men voorbij aan iets wezenlijks, die stoel is een onderdeel van het noodzakelijk gedachte oeuvre van een ontwerper, die ziet zo'n product als de bekroning van zijn werk. Het zijn trouwens cultureel gebonden voorwerpen, zo was dat voor de Tweede Wereldoorlog in Engeland de theepot.

7. Bright is vol van vernieuwing, kan dat nog wel in deze tijd? Ontwerpers en fabrikanten hebben het steeds vaker over authenticiteit. Bij een authentieke spijkerbroek hebben we allemaal wel een beeld maar wat betekent dat eigenlijk voor een 'state of the art' technisch product? Hoe kun je het originele, authentieke verbinden aan massaproducten? Producten met een bepaalde persoonlijkheid, een soort van ziel zullen steeds belangrijker worden in het constante proces van vernieuwing, het heeft dan met name met de context te maken. Met betekenissen die wij, consumenten maar ook marketeers van bedrijven aan die producten toe kennen.

Tekst : Joost Alferink Beeld: Milan Vermeulen