Amsterdam wordt terecht Appsterdam genoemd

Afstudeeronderzoek toont aan dat app-makers lekker allemaal bij elkaar kruipen, voornamelijk in Amsterdam.

App-ontwikkelaars zijn net normale mensen. Dat is één van de belangrijkste conclusies uit het afstudeeronderzoek 'De Nederlandse app-industrie in kaart' (samenvatting in pdf) van UvA-student Mark Minkjan. Voor zijn onderzoek interviewde Minkjan 15 app-makers en bracht hij 91 bedrijven letterlijk in kaart om de spreiding te laten zien.

Ondanks dat deze bedrijven footloose en flexibel zijn, zijn er weinig verschillen met bedrijven uit andere sectoren. De werktijden zijn traditioneel, thuiswerken gebeurt nauwelijks, de keuzes voor locaties zijn vooral praktisch en het belangrijkste contact met werknemer en opdrachtgever is nog steeds face-to-face.

Waar de app-industrie wel in afwijkt, is de grote hoeveelheid contacten van bedrijven onderling in cafés en koffiebars. 'Door het belang van innovatie is kennisuitwisseling essentieel voor de app‐bedrijven. De industrie blijkt dan ook in belangrijke mate te steunen op de app‐community en de (informele) onderlinge contacten tussen app‐makers', stelt Minkjan in zijn onderzoek.

Met 32 van de 91 bedrijven in Amsterdam, mag de stad zich met recht Appsterdam noemen. 'En', zo sluit Minkjan zijn onderzoek af, 'het feit dat de industrie nog maar in de kinderschoenen staat, biedt perspectief voor Amsterdam als ’s werelds app‐hoofdstad.'