Crisis in de bouw opent nieuwe deuren

Crisis in de bouw opent nieuwe deuren

17-02-2011 14:36 Laatste update: 29-04-2018 01:25

Projectontwikkelaars zijn niet altijd nodig. Bewoners, ondernemers en verenigingen weten verouderde panden nieuw leven in te blazen.

De afgelopen vijftien jaar was de Nederlandse ruimtelijke ordening bezig met het vinden van ‘de beste oplossing’. Om greep te houden op elk detail deden stedenbouwkundigen – via de overheid – liefst zaken met een beperkt aantal ontwikkelende partijen. Zo raakte stedenbouw grootschalig en gecontroleerd tot in het kleinste detail, met de VINEX-wijk als product.

Nu waait er een nieuwe wind. Aangewakkerd door het geldgebrek van projectontwikkelaars, overheden en banken, ontstaat een ruimtelijke ordening van onderaf. Duizenden bewoners, ondernemers en verenigingen willen zich inzetten voor verbetering van de eigen leefomgeving. Dit kleinschalige initiatief is de aanjager waardoor een verouderd bedrijventerrein, stadsrand of krachtwijk zich alsnog ontwikkelt.

Voorbeelden? De eigenaar van het populaire Amsterdamse Hotel de Goudfazant heeft, ondanks het stilliggen van de ontwikkeling van de Noordelijke IJ-oevers, zijn zaak toch doorgezet. Het enorme visrestaurant Stork volgt sinds half januari dit voorbeeld. In Den Haag laten kleine katalysatorprojecten als een Italiaans restaurant in een loods van prefab beton en de Caballerofabriek zien wat de mogelijkheden in de Binckhorst zijn. Piet Hein Eek heeft oude Philipsloodsen in Eindhoven in gebruik als showroom en fabriek en verhuurt er ateliers en een restaurant.


De macht moet aan de gebruiker. Die verdient meer vrijheid en meer ruimte voor ondernemerschap. 'De stedenbouwkundige moet slechts kaders stellen: de afmeting van individuele kavels, de hoogte, de ontsluiting', zegt stedenbouwkundige Sjoerd Feenstra van Urhahn Urban Design, in het boek De Spontane Stad.

Op de Biennale in Venetië zette ook Ronald Rietveld zich in voor stadsontwikkeling met tijdelijke inrichting van de ruimte, met tijdelijke huisvesting in leegstaande monumenten, moestuinen op braakliggende gronden, festivalterreinen en meer mogelijkheden om flexibel met de stad om te gaan. Stedebouwkundig bureau Must stelde in het Amersfoortse Soesterkwartier voor om maar even niets te bouwen, en leegstaande gebouwen te laten aan wie wil. Nu knappen die ondernemers zelf hun huisvesting op en is er van alles aan de hand op het verder braakliggend terrein. Flexibiliteit is de nieuwe orde. Mensen moeten zelf aan de slag kunnen. Zo bouw je een levendige stad.