Duurtest: Fiat 500S cabrio (week 1)

Op zoek naar de Brightste familieauto zijn we bij kandidaat nummer drie aangekomen. De Fiat 500S. Ja, echt.

Na de Skoda Octavia stationwagon en de Renault Grand Scenic MPV gooien we het nu over een heel andere boeg. De Fiat 500S is één van de kleinste auto's die je kunt kopen en op het eerste gezicht verre van praktisch als gezinsauto. Maar herinner jij je nog dat jullie vroeger als gezin zonder (al te veel) morren in de Opel Kadett van je vader naar Zuid-Frankrijk reden? Die had niet meer binnenruimte dan deze kleine Fiat.

Mijn ouders hadden een Mini als gezinsauto. De baby's werden dan wel in een sporttas op de achterbank vervoerd, maar ik ben er nog! De centrale vraag de komende vier weken is dan ook: zijn we verwend met al die ruimte? Kun je een Fiat 500 prima als gezinsauto gebruiken als je niet te beroerd bent om te bukken?

Maar de Fiat 500S is niet alleen in deze test beland omdat hij op het eerste gezicht ongeschikt lijkt als gezinsauto. Ondanks dat de retromania grotendeels overgewaaid lijkt, is de nieuwe Fiat 500 nog steeds een knap ontwerp. Met herkenbare verwijzingen naar het origineel, maar ook een heldere eigen ontwerptaal. Meer gedrongen, stoerder op de wielen. Zeker in deze S uitvoering. Met een paar donkergrijze velgen en bredere bumpers, met her en der wat openingen afgedekt met gaas. De twinair tweecilinder motor van 85 pk die zo astmatisch aanvoelde in de Alfa Romeo MiTo komt helemaal tot zijn recht in de veel lichtere 500. Als een opgevoerde brommer knettert hij als er een beetje gas bij gegeven wordt. Het interieur van de 500S is stemmig zwart met sportieve rode accenten. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de lichte wit met rode stoffen in de reguliere 500, maar wie zijn kleine Fiat een beetje stoer wil, zal hier vast blij mee zijn.

De komende weken gaan we luiers passen in de achterbak, Maxi-Cosis op de achterbank en weekendboodschappen op schoot zetten.