Eerste indruk: PSP Go

Eerste indruk: PSP Go

14-08-2009 11:51 Laatste update: 29-04-2018 09:39

Niels ’t Hooft

Niels testte de nieuwe versie van Sony's draagbare spelcomputer, met 16 gb intern geheugen maar nog steeds geen touchscreen.

Toen de PSP in 2003 werd aangekondigd, zag de gamewereld er heel anders uit dan nu. Nintendo, ooit marktleider met de NES en de Super NES, was in de hoek gezet door Sony met de PlayStation en de PlayStation 2. Alleen op draagbaar vlak had Nintendo nog wat te zeggen: de Game Boy Advance was een enorme hit. Maar nu kwam Sony ook met een draagbare spelcomputer, met indrukwekkende 3D-beelden die bijna niet onderdeden voor tv-consoles. De PSP zou de Game Boy wel even wegvagen, zo luidde de verwachting.

De Game Boy werd inderdaad weggevaagd, maar door Nintendo's eigen DS. Die kwam net als de PSP eind 2004 op de markt en had een touchscreen. Een unicum in het pre-iPhone-tijdperk, dat er samen met games als Brain Training en Nintendogs voor zorgde dat er een heel nieuw publiek kon worden bereikt.

De PSP deed het helemaal niet slecht met dik 50 miljoen verkochte exemplaren, maar onder andere door overmatige piraterij werd het voor gamemakers al snel onaantrekkelijk om er games voor uit te brengen. Zo kon het dat de stroom van PSP-software de afgelopen tijd voor een groot deel opdroogde.

Nieuwe PSP
Sony probeert het platform nu te redden, enerzijds door de games-line-up nieuw leven in te blazen, anderzijds met een nieuwe iteratie van de hardware: de PSP Go. Technisch gezien is het al de vierde PSP, maar de eerste drie verschilden alleen in details. De PSP Go is daarentegen duidelijk helemaal nieuw met een ander ontwerp en belangrijke verschillen.

Ten eerste: hij is kleiner. 56% kleiner en 43% lichter dan de oorspronkelijke PSP, volgens Sony. Om ruimte te bieden aan alle knoppen schuift hij uit. Die knoppen zijn vervolgens wel weer hetzelfde als vroeger, met een kritische noot over het verzonken analoge joystickje: ik kreeg snel een rauwe duim doordat mijn huid steeds een beetje klem kwam te zitten in de uitsparing.

Ten tweede: de fysieke drive, in het merkwaardige eigen UMD-format (dat met zijn caddy's sterk leek op Minidisc, alsof Sony daar nog niet genoeg lessen uit had getrokken) is verdwenen en vervangen met 16 gb intern geheugen. Dit naast het reeds bestaande Memorystick-slot.

Het idee is dat je software straks via internet koopt en downloadt, via de PlayStation Store. Dat is voor Sony voordelig omdat het piraterij beter beheersbaar zou moeten maken, en het distributiekosten voor software weghaalt, en voor ons als consumenten omdat het makkelijker en sneller is.

Software binnenhalen doe je via een Windows-pc met de meegeleverde software, via Wi-Fi of via Bluetooth met een getetherde mobiele telefoon. Bij de lancering moet het grootste deel van de bestaande PSP-software al beschikbaar zijn in digitaal-only formaat. En ook daarna zullen games nog zowel in fysieke vorm als downloadvorm worden uitgebracht.

Overigens: digitaal games kopen kan ook op de oorspronkelijke PSP, alleen heb je hier geen andere keuze meer. Op welke PSP je het ook doet, gevoelsmatig is het vreemd dat je voor de digitale versies hetzelfde betaalt als in de winkel. Je krijgt niets fysieks in handen en het distributievoordeel wordt kennelijk niet naar de consument doorgerekend.

Niet nieuw genoeg
Maar de PSP Go is niet nieuw genoeg. Om met de deur in huis te vallen: waar is het touchscreen? Waarom is de techniek nog ruwweg hetzelfde als vijf jaar geleden? Sony heeft er bewust voor gekozen geen echte opvolger te maken en zo geen al te grote wig te drijven tussen de twee soorten PSP's, maar daarmee blijft de PSP Go achter bij zijn concurrentie (de cpu van de huidige iPod Touch is al twee keer zo snel, laat staan wat de update in september nog gaat brengen).

Door het gebrek aan een touchscreen voelen de ingebouwde webbrowser en de PlayStation Store rigide aan. Dat je niet gewoon kunt scrollen met je vinger geeft anno 2009 een bijna archaïsche sensatie. En als je tekst moet invoeren wordt het gewoon irritant. Het is ook een gemiste kans qua spelmogelijkheden: schuif de PSP Go dicht en je kunt nu alleen maar een klokje en een kalender bekijken. Daar hadden ook leuke App Store-achtige aanraakgames gespeeld kunnen worden. (Sony gaat naast de normale games ook kleine apps verkopen.)

Tussenstap
De PSP Go is kortom een tussenstap. Sony wil overgaan op een digitaal-only portable zonder de bestaande PSP helemaal achter zich te laten. Maar door het gebrek aan een UMD-drive is het kwaad toch al geschied. Het is een prettig apparaatje geworden, maar het gebrek aan een touchscreen en de achterhaalde techniek zorgen ervoor dat een wauwgevoel uitblijft.

Wat mij betreft had Sony met een PSP2 moeten komen die de concurrentie van Apple en Nintendo een poepie laat ruiken. Het bedrijf heeft volgens mij de expertise in huis om zoiets in elkaar te zetten, dus wat gaat er mis?

De PSP Go is vanaf 1 oktober verkrijgbaar en gaat 250 euro kosten.