Kanker onderzoeken met organen op een chip

Kanker onderzoeken met organen op een chip

26-06-2014 08:47 Laatste update: 28-04-2018 05:16

Jody van den Tillaart

Met 'organs on a chip' onderzoeken wetenschappers hoe kanker zich ontwikkelt. De TU Eindhoven krijgt er een speciaal lab voor.

Medicijnen ontwikkelen is erg duur. Onderzoek naar hoe ziekten als kanker werken ook. Er zijn dure labs nodig, waar wordt getest op menselijke cellen in petrischaaltjes. Ook dierproeven zijn nu nog nodig om te onderzoeken of een medicijn werkt. Het nadeel is, dat deze methoden niet natuurgetrouw zijn en dat de reactie van 'echte mensen' vaak anders is.

Onderzoeken zonder proefdieren

Om proefdieren en -personen niet meer te hoeven belasten, werken verschillende instituten aan het fenomeen 'organs on a chip'. En dat is precies wat je denkt dat het is: hele kleine stukjes menselijk weefsel op een chip, met elkaar verbonden door een kunstmatige bloedstroom.

Om de wisselwerking tussen verschillende organen te bestuderen, kun je een netwerkje van chips/organen aanleggen van verschillende centimeters groot. Hoogleraar Microsystems Jaap den Toonder, die onlangs zijn intreerede hield op de TU/e, heeft al vanaf het prille begin gewerkt aan 'organs on a chip', onder andere samen met het Wyss Institute van Harvard.

Zonder dure cleanroom

"Huis-, tuin- en keukenlithografie", noemt hij deze orgaanchips, want de afmetingen zijn veel groter dan bij microchips die bijvoorbeeld in computers zitten. "Onze kleinste afmetingen zijn 1 tot 10 micrometer. Bij die afmetingen heb je geen dure cleanroom nodig." De microsystemen zijn helemaal doorzichtig, zodat de wetenschappers precies kunnen zien hoe en waar bijvoorbeeld kankercellen zich uitzaaien naar andere organen. In onderstaand filmpje krijg je een indruk van hoe dat er uitziet.

Uitzaaien

De microsystemen moeten precies zo werken als een echt menselijk lichaam, anders geven de testresultaten geen juist beeld. De omgeving van de cellen moet de juiste signalen geven om cellen het juiste gedrag te laten vertonen. En ook de beweging en stijfheid van de omgeving is erg belangrijk. "Er zijn bijvoorbeeld sterke aanwijzingen dat een stijvere omgeving kankercellen ertoe kan aanzetten ‘invasief’ te worden, de eerste fase van uitzaaiing", zegt Toonder hierover.

Het duurt nog ongeveer 4 tot 8 jaar naar schatting om de eerste applicaties helemaal gebruiksklaar te hebben voor onderzoek. Voor het onderzoek naar microsystemen gaat de TU/e een nieuw lab bouwen van 700 vierkante meter, dat het beste in zijn soort moet worden in Nederland.