Messenger voor het Internet of Things

Messenger voor het Internet of Things

26-04-2013 09:55 Laatste update: 28-04-2018 12:30

Om mogelijk te maken dat alle apparaten met elkaar gaan communiceren, is de messenger MQTT gelanceerd.

De enorme opmars van het internet of things, waarbij alles om ons heen een chip ingebouwd krijgt, een vorm intelligentie heeft en met alles en iedereen communiceert, blijft me verbazen. Objecten worden als het ware sociaal. Je koelkast tweet, je Nike- schoen coacht en je HAPIfork houdt ieder happie bij. En dan spreek ik alleen nog maar over gebruiksvoorwerpen. De hele planeet begint ondertussen tegen ons te praten en berichtjes te sturen via sensoren op walvissen, bruggen, bomen, riolen, vuilnisbakken, bergen, auto’s enzovoorts. Die opmars gaat zo snel dat het gevaar ontstaat dat er tussen al die sensoren een spraakverwarring kan ontstaan als ze niet allemaal dezelfde taal praten.

De New York Times meldt echter onder de titel ‘A Messenger for the Internet of Things, dat de eerste stappen worden gezet om die spraakverwarring te voorkomen. Een consortium van techbedrijven waaronder IBM, Red Hat, Tibco en Cisco zullen vandaag via OASIS, een organisatie ter bevordering van gestructureerde informatie standaarden, de MQTT (Messaging Queue Telemetry Transport) standaard introduceren. Dat is een hele mondvol voor een opensource, gestandaardiseerde taal waarmee machines met machines kunnen communiceren.

Eigenlijk is het niet een taal maar een messenger voor machines onderling die data via ‘boodschappen’ met elkaar uitwisselen. Voorstanders van MQTT vergelijken het met het http-protocol dat het web groot gemaakt heeft. Het web vergt echter een simpeler protocol dan het IoT. Je vraagt een pagina op en jij krijgt die terug. IoT-sensoren daarentegen moeten soms één boodschap versturen naar miljoenen apparaten en tegelijkertijd luisteren of er elders iets gemeld wordt. Dat vergt dat MQTT hele kleine datapakketjes kan versturen naar enorme hoeveelheden apparaten zonder het netwerk te overbelasten. MQTT schijnt zich vooral te lenen voor mobiele applicaties omdat de data-overdracht minimaal is, weinig energie vergt en de boodschappen efficiënt kan distribueren naar allerlei apparaten.

Het MQTT-protocol is merkwaardig genoeg al ver voor de hype van het IoT ontstaan. Dr. Andy Stanford-Clark van IBM en Arlen Nipper van Arcom schreven in 1998 al de eerste versie van het protocol en verbeterden het door de jaren heen.

Vandaag wordt het protocol officieel openbaar gemaakt maar zonder dat je het in de gaten hebt, gebruik je MQTT waarschijnlijk al op dagelijkse basis. De iOS Facebook-app gebruikt MQTT namelijk voor live notificaties. Uiteraard gebruikt de uitvinder Andy Stanford-Clark het protocol om zijn huis te laten twitteren en medici van het St Jude Medical, een bedrijf gespecialiseerd in medische implantaten, versturen data van pacemakers van patiënten via MQTT naar doktoren die op afstand monitoren.

Of MQTT de standaard gaat worden moeten we nog maar afwachten, maar wie of wat het ook wordt, het zou wel een stap voorwaarts zijn als je Adidas-stappenteller ook met je Fitbit, je Pebble, Google Glass, je smartphone, je Philips hue ledlampen, je HAPIfork en je Pacemaker verstaanbaar kan communiceren.