Nederlander betaalt weinig voor digitale muziek
De muziekbranche klaagt dat Nederlanders relatief weinig betalen voor digitale muziek en veel gratis downloaden.
De Nederlandse entertainmentindustrie klaagt dat er in ons land relatief veel gebruik wordt gemaakt van illegaal online aanbod. 'Wereldwijd maakt één op de vier internetters gebruik van ongelicenseerde diensten. In Nederland is dat meer dan 40 procent', stelt directeur Paul Solleveld van de NVPI, de branche-organisatie voor de entertainmentindustrie. Hij baseert zich op nieuwe cijfers uit het Digital Music Report van de internationale branchevereniging van platenlabels, IFPI, dat maandag verscheen.
Wereldwijd steeg het aantal verkochte losse tracks met 11 procent, het aantal verkochte albums met 24 procent en het aantal mensen met een abonnement op een muziekdienst groeide met 65 procent naar 13,4 miljoen. In de VS is de digitale markt al groter dan de fysieke markt. In Nederland is 'digitaal' goed voor maar 15 procent van de totale muziekomzet. Dat percentage is wel gestegen van 9 procent in 2010.
Maar wereldwijd is het omzetaandeel van digitale muziek 32 procent, zodat de Nederlandse 15 procent opvallend laag is. De NVPI beklaagt zich: 'We blijven aantoonbaar achter bij de internationale ontwikkeling, terwijl het aantal muziekdiensten hier groter is dan in de VS', aldus Solleveld. Maar op het IFPI-overzicht van Nederlande muziekdiensten staan erg onbekende en kwakkelende sites als Mikkimusic, Jaha en Zazell. Overigens zijn de legale muziekdiensten Rdio, Rhapsody, Napster en MOG in Nederland niet beschikbaar en in de VS wel. In ons land startten in december wel Deezer, Rara en Blackberry Music met hun muziekdiensten.
De NVPI herhaalt in een persbericht maandag zijn steun voor de komst van een wettelijk downloadverbod, waar de Tweede Kamer tegen is. Solleveld: 'Het is jammer dat een deel van de politiek dat niet lijkt te willen begrijpen en zich laat leiden door allerlei oneigenlijke en emotionele argumenten.' Solleveld heeft alleen CDA en VVD aan zijn kant. De rest van de Kamer, die een meerderheid heeft, is tegenstander van een downloadverbod, bleek in december.