Special: Smaakvolle stadsblogs

Special: Smaakvolle stadsblogs

28-03-2012 12:08 Laatste update: 28-04-2018 18:42

Blogs genoeg over de regio. Maar of we daar blij van worden… Gelukkig zijn er altijd wel wat pareltjes te vinden.

Het gemiddelde stadsblog is vaak niet veel meer dan een digitale versie van het plaatselijke sufferdje. Even lelijk, net zo’n suffe inhoud en vergeven van reclame. Dat plaatselijke verslaggeving ook heel anders kan, bewijzen drie frisse blogs. Op een aantrekkelijke, vlotte en vooral eerlijke manier trekken ze de aandacht van de stedeling. Dat smaakt naar meer!

ilovenoord
In 2010 werd ilovenoord opgericht, een blog waarop mensen uit Amsterdam Noord andere mensen uit Noord over al ’t leuks in hun stadsdeel vertellen. Opgericht door Luc Harings om een doodsimpele reden: "M’n vaste bakker ging dicht. En dus moest ik mijn brood noodgedwongen bij de Dirk van den Broek gaan halen", vertelt Harings. "Tot iemand me over een gezellige bakker met lekker brood en leuk personeel vertelde. Vlakbij! Toen vroeg ik me af waarom ik dat niet wist, terwijl ik toen toch al tien jaar in Noord woonde. Ik verbaasde me erover dat daar nog niks social-media-achtigs mee gedaan was." En dus registreerde Harings nog die avond ilovenoord.nl.


Twee jaar en inmiddels tienduizend unieke bezoekers per maand verder, blijft ilovenoord toch vooral gezellige guerrilla. Harings: "Vorig jaar kregen we subsidie van het stadsdeel. Daar hebben we veel promotie mee gedaan: Noord hangt vol met ilovenoord-vlaggen en stickers. Maar hulp en sponsoring zijn altijd vrijblijvend. We willen toch vooral altijd blijven doen wat we zelf leuk vinden. Dat is waarschijnlijk ook de kracht van ilovenoord, dat we geen stramien hebben. We zijn niet door een bedrijf bedacht maar meer uit onszelf ontstaan. Mijn grootste zorg is dan ook niet de winst, maar hoe ontzettend ik m’n bandbreedte deze maand weer overschreden heb en hoe ik de site technisch in de lucht moet houden", lacht Harings.

Medestanders komt ilovenoord niet tekort: “We hebben inmiddels al een tijdje een wachtlijst. We zouden zo drie items per dag kunnen publiceren, maar we houden het bewust bij een. Ik vind het erg belangrijk dat de site simpel en overzichtelijk blijft.” Over de toekomst is Harings mysterieus positief. "Er komt misschien, vrijwel zeker, een papieren ilovenoord magazine. Al is dat nog zeer de vraag. Maar ik denk het wel."

As We Speak
Mei vorig jaar lanceerde het Arnhemse As We Speak, een blog over alles wat er in Arnhem te beleven is. Valt daar iets te beleven dan? Da’s precies de vraag die mensen oprichter Willem Hofstede ook steeds stelden: “Ik heb voor stage een tijdje in Amsterdam gewoond. Daarna bewust terug verhuisd naar Arnhem, en daar deden mensen toen heel zuur over. Terwijl ik juist in Arnhem wíl wonen omdat daar veel gebeurt. Maar blijkbaar wist niemand dat, er was ook een gebrek aan een overzicht op internet. Daarom zijn we As We Speak begonnen.”

Het lanceringsfeestje van As We Speak werd bij elkaar gecrowdsourced en zo steekt het blog eigenlijk ook in elkaar. “De site zelf is met de hulp van verschillende lokale designers en ontwikkelaars in elkaar gezet en wordt vrijwillig volgeschreven. Het kost dus niks, maar het levert ook niks op”, zegt Hofstede. “Niet direct in ieder geval. Want zo’n beetje iedereen die ooit iets voor As We Speak heeft gedaan, heeft daar naderhand zelf klussen aan overgehouden. Veel van de mensen die ons steunen zijn zzp’er of hebben een klein bedrijf.” As We Speak begon met een focus op duurzaamheid, maar al snel werd de blik verbreed: “Er is op veel meer gebieden gewoon van alles te doen in Arnhem waarvan wij ‘fucking hell, wat tof’ zeggen. We willen voor al die vernieuwing op het gebied van bijvoorbeeld design en lifestyle een positieve spin in het web zijn. We willen iedereen uit Arnhem laten zien dat er gewoon nu, as we speak, allemaal toffe dingen te doen zijn, praktisch in hun eigen achtertuin.”

Maar As We Speak wil boven alles toch onafhankelijk blijven. “We willen de site vooral niet vervuilen met reclame of boodschappen waar we zelf niet achter staan. Wat we nu hebben werkt en dat is best uniek.” As We Speak heeft ondertussen ook al grotere plannen: “We willen het ook gaan proberen in Utrecht en Rotterdam. Steden waar ook heel veel te doen is, veel nieuwe initiatieven. En daar is gewoon nog te weinig aandacht voor. Daar is dus ook aanstekelijk enthousiasme met een kritische blik nodig”, sluit Hofstede af.

Vers Beton
Van een iets andere orde is het Rotterdamse Vers Beton. Sinds juni 2011 is het duidelijk journalistiek kritischer weblog online. “M’n vrienden en ik kwamen er al pratend eens achter dat er in de bestaande Rotterdamse media weinig ruimte voor opinie is”, vertelt Eeva Liukku, hoofdredacteur van Vers Beton. “Daarnaast komt een van m’n Rotterdamse vrienden uit Duitsland. Toen ie hier net woonde, vertelde hij dat er rondom zo’n beetje iedere Duitse stad een weblog is. Dat miste hij hier, want dat maakt snel wegwijs.” Het is dan ook geen toeval dat de Duitser in kwestie webdesigner Florian Schroiff is, oprichter van de alternatieve culturele kalender We Own Rotterdam. “Florian zit ook achter het redesign van Vers Beton dat afgelopen januari online ging.”

Met Vers Beton wil Liukku graag een fris en kritisch geluid laten horen. “Over Rotterdam blijven die eeuwige clichés van opgestroopte mouwen en ‘geen woorden maar daden’ maar terugkomen. Wij willen die stigma’s van bijvoorbeeld intellectuele leegloop voorbij en een platform bieden dat verdieping en stof tot nadenken geeft. Want juist door die clichés is Rotterdam een voorloper geworden die durft te experimenteren. Daar willen wij aandacht aan besteden. Zo kijken we bijvoorbeeld met argusogen naar de geplande verhuizing van NRC Handelsblad uit Rotterdam, of het vertrek van ANP.” Door die focus op opinie is het vinden en accepteren van sponsoring wel lastiger: “We willen boven alles eigenwijs zijn, een luis in de pels. Dan moet je erg voorzichtig zijn met bijvoorbeeld het aannemen van subsidie.”

Uiteindelijk zou Liukku Vers Beton graag een moderne grote speler zien worden die zich kan meten met bijvoorbeeld AD Rotterdams Dagblad en RTV Rijnmond. “Maar dan vooral met de interactie die we daar misten. We hebben bewust comments aangezet op onze site, we willen die dialoog en hebben gemerkt dat het niveau van onze artikelen de toon van de discussie bepaalt.” Liukku is best tevreden met de zeven à achtduizend bezoekers die ze nu iedere maand al trekt. “We willen graag groeien en ook luchtigere columns of juist kritische essays gaan aanbieden. Wat dat betreft willen we echt een online tijdschrift zijn.”