Duurtest Opel Astra, deel 2: veel technologie, weinig raffinement?

Duurtest Opel Astra, deel 2: veel technologie, weinig raffinement?

19-02-2016 11:31 Laatste update: 27-04-2018 09:10

Wifi aan boord, een persoonlijke assistent, een verwarmd stuur en meer speeltjes die niet zo kort geleden alleen in de duurste auto's te vinden waren. Wat is het verschil nog tussen een Opel Astra en een S-klasse?

Lees ook deel 1 van de Open Astra-duurtest

De optielijst in onze Opel Astra is absurd goed gevuld. Van alle luxe opties missen we eigenlijk alleen de geventileerde massagestoel. Niet zo lang geleden vond je alleen in auto's in de buurt van een ton zoveel comfort. Nu rijden we in een auto van ruim onder de €30.000 waarin we met een druk op de knop live een soort butler kunnen spreken die adressen voor je opzoekt, restaurants kan suggereren en die in je navigatie kan zetten. Als je echt graag wilt kunnen ze ook de claxon van jouw auto af laten gaan. Je zou deze OnStar-assistent ook tijdens een date kunnen inschakelen om je te helpen, gezien je ook via de app toegang hebt tot de dienst. Of er een boek met strakke pick-up lines in het callcenter ligt is onbekend. 

Kijken we naar een Mercedes S-klasse van 10 jaar geleden, dan had het instapmodel van €92.350 minder opties dan onze Astra "Innovation" van €23.795. Climate control was standaard in de auto met de ster, net als elektrische stoelen, een regensensor en een navigatiesysteem, maar je mocht bijbetalen voor verwarmde stoelen. Parkeersensoren en xenon verlichting waren dure opties. Wifi had je niet nodig voor je 'WAP-abonnement' in 2005, dus dat kon je op de S-klasse als optie nog niet krijgen. Led verlichting was te duur voor in de kerstboom en te zwak voor in een auto. Nu kan ik de hele dag mijn LED-grootlicht aan laten staan, want die herkent tegenliggers en past de lichtbundel aan zodat deze niet verblind worden.

Naast de connectiviteit is de opkomst van sensor-en cameratechnologie opvallend. De meest vooruitstrevende veiligheidssystemen op de Opel maken gebruik van de camera boven de binnenspiegel die in de gaten houdt of je binnen de lijntjes rijdt en voorgangers niet te snel nadert. Ook dat LED-matrix licht spot via de camera waar een tegenligger zich bevindt. Allemaal technologie die de laatste jaren ontwikkeld werd, populair werd en betaalbaar.

Premium?

De 'volumemerken' als Opel, Renault en Ford proberen met het beschikbaar maken van hoogwaardige technologie aan de massa hun auto's interessanter te maken in een dichtbevolkte markt, waar de rol en status van de auto tanende is. Veel kopers zullen meer geïnteresseerd zijn in wifi aan boord, dan een paar knappe sportvelgen. Dat zet de automakers in het duurdere segment onder druk. Die moeten zich gaan onderscheiden met nog spectaculairdere innovaties, of op andere gebieden uitblinken. Traditioneel is een Audi, BMW of Mercedes mooier afgewerkt, met hoogwaardiger materialen dan een middenklasser.

En dat is nog steeds waar voor een groot gedeelte het verschil in de kosten in zit. Ook is een duurdere auto vaak beter geïsoleerd, waardoor je minder motor- en windgeluid meekrijgt. Maar op beide gebieden kruipen de middenklassers steeds dichterbij. Nu auto's voor een groot gedeelte door een robot in elkaar worden gezet, kunnen voor alle merken zonder meerkosten kleinere toleranties ingevoerd worden. De materialen in het interieur van de Opel zijn niet van hetzelfde niveau als die in een BMW, maar karig is het zeker niet. 

Wat is het verschil?

Ergens moet toch een flink verschil zitten, zul je denken, anders was het prijsverschil niet zo groot? Ondanks dat dure merken een gezondere marge zullen maken op hun auto's dan Opel dat doet, zijn er inderdaad ook merkbare verschillen. De 1-liter-motor in onze Astra is indrukwekkend zuinig en sterk. Maar de motoren van de premiummerken worden ook zuiniger en kleiner, maar met meer raffinement.

Daarnaast merk je dat Opel minder tijd en mankracht te besteden heeft aan de user-interface dan bijvoorbeeld de heren van Audi. Die maken een intuïtievere, tijdlozere interface voor hun infotainmentsystemen. Bedieningselementen zitten op een logischer plek. Niet dat je na een tijdje de weg niet kunt vinden in de Astra, maar het voelt allemaal net wat minder doordacht. Zo gloeit er blauw licht aan de linkerkant van de kachelbediening en rood licht aan de rechterkant. Heel sjiek, maar vanuit de bestuurdersstoel zie je alleen het blauwe licht aan de linkerkant, omdat de knop het zicht op het rode licht wegneemt. Dat zou Audi nooit gebeuren. 

De vraag is natuurlijk hoeveel geld je dat raffinement waard is. Het lijkt erop dat je bij de Opel Astra aanzienlijk meer comfort per euro krijgt. 

Lees ook deel 1 van de Open Astra-duurtest