Kamer wil netneutraliteit in de wet

Kamer wil netneutraliteit in de wet

01-06-2011 08:36 Laatste update: 28-04-2018 23:21

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil netneutraliteit vastleggen in de wet.

De wetswijziging is ingediend door de linkse oppositie en krijgt steun van de PVV. Daarmee is Nederland volgens PvdA-kamerlid Martijn van Dam, één van de initiatiefnemers van de voorgestelde wetswijziging, ‘één van de eerste landen ter wereld, zo niet het eerste land ter wereld, waar dat gebeurt’. Tot nu toe heeft alleen Chili netneutraliteit wettelijk verankerd.

Netneutraliteit is typisch zo’n onderwerp waarover digitale-burgerrechtenclubs al jaren de noodklok luiden maar waarover de discussie in Nederland nauwelijks van de grond kwam. Daar kwam onlangs verandering in door de plannen van KPN om abonnees die via mobiel internet gebruikmaken van apps als Skype, Viber en WhatsApp extra aan te slaan.

‘Met dit wijzigingsvoorstel wordt nu in de wet vastgelegd dat providers verkeer van specifieke websites of diensten niet mogen vertragen, blokkeren of tarifferen. Telecombedrijven die dat toch doen, riskeren een hoge boete van OPTA’, aldus Van Dam. De telecombedrijven zien vanzelfsprekend weinig in het voorstel: het zou innovatie dwarsbomen.

De VVD dient een alternatieve wetswijziging in waarbij het telecombedrijven wordt verboden om websites te blokkeren. ‘Het blokkeren van websites is wat de VVD betreft echt uit den boze. Dat past eerder bij een land als Noord-Korea of Iran’, aldus VVD-kamerlid Afke Schaart die vervolgens wel een vreemde bocht maakt door te suggereren dat het voorstel van de linkse oppositie alle vormen van prijsdifferentiatie zou verbieden.

‘De overheid gaat bedrijven toch niet voorschrijven hoe zij hun geld moeten verdienen?’, aldus Schaart. ‘Gratis internet bestaat niet. Het is logisch dat telecombedrijven willen differentiëren in hun dienstverlening. Als je sneller internet wil, of meer bandbreedte nodig hebt, dan is het logisch dat je ook meer betaalt. Het alternatief is dat de rekening van een relatief kleine groep 'grootverbruikers’ terecht komt bij de grote massa. Ik vind dat niet eerlijk. Internet moet wel betaalbaar blijven.’

Dat klinkt als een redelijk argument, maar Schaart schetst hierbij een verkeerd beeld van het voorstel van de oppositie. Daarin krijgen aanbieders namelijk wel degelijk de mogelijkheid om verschillende abonnementen aan te bieden. Letterlijk staat er: ‘Uiteraard kunnen aanbieders hun abonnementen voor internettoegang wel differentiëren op andere manieren, bijvoorbeeld in beschikbare bandbreedte en datalimieten.’