
Googles zelfrijdende auto is 'dramatisch verbeterd'
Bestuurders van Googles zelfrijdende auto hoefden in 2016 minder vaak in te grijpen.
Dat blijkt uit een rapport van het Californische departement voor motorvoertuigen. De 'bestuurders' van de zelfrijdende auto's van Waymo (een spin-off van Google's moederbedrijf Alphabet) moesten gemiddeld één keer ingrijpen per vijfduizend gereden mijlen. Een jaar eerder vond er gemiddeld nog elke 1250 mijl een interventie plaats. Als de bestuurder moest ingrijpen was dat meestal het gevolg van softwarefouten.
In totaal daalde het aantal interventies in de Waymo-auto's van 341 in 2015 naar 124 vorig jaar. En dat terwijl de Waymo-auto's in 2016 gezamenlijk 50 procent meer reden dan het jaar daarvoor. Volgens Waymo reden de zelfrijdende auto's voornamelijk op 'complexe stedelijke en voorstedelijke straten'. Waymo rijdt veel meer met zelfrijdende auto's dan zijn concurrenten. Ook blijkt de software van het bedrijf een stuk nauwkeuriger dan de programmatuur van de concurrentie.
'Dramatische verbetering'
Dmitri Dolgov, hoofd technologie bij Waymo, is ingenomen met de resultaten. "We zijn erin geslaagd om onze technologie dramatisch te verbeteren omdat we elk incident aangrijpen om onze auto te finetunen", schrijft hij in een blogpost. "Na acht jaar van ontwikkeling en testen, zijn we hoopvol dat volledige zelfrijdende technologie een verschil kan gaan maken", aldus Dolgov die erop wijst dat het aantal dodelijke verkeersongevallen in de Verenigde Staten weer stijgt.