Hoe festival Into the Great Wide Open elektrisch gaat

In 3 delen volgen we de aanloop naar festival Into the Great Wide Open. Niet de line-up van artiesten, maar die van auto's en aggregatoren.

Als je een beetje bewust leeft, heb je lastige keuzes te maken. Over wat je eet. Waar je je energie aan spendeert. Hoe je van A naar B komt. Maar naar een festival gaan, dat doet toch geen vlieg kwaad?

Dat valt helaas vies tegen. Een beetje festival draait gauw 20 aggregaten die er bij elkaar 120.000 liter diesel doorheen jagen (daarmee kun je bijna 60 keer de wereld rond in een moderne auto). Die speakers die je buik doen trillen draaien niet op batterijtjes. Bovendien moet een festivalterrein elke keer opgebouwd en afgebouwd worden en komen artiesten en bezoekers van heinde en verre. De ecologische impact van een festival is dus niet gering.

Dat zou voor elk festival een punt van aandacht moeten zijn. Voor het festival Into the Great Wide Open is het dubbel zo belangrijk. Het festival dat dit jaar zijn 6^e editie kent vindt namelijk plaats op het eiland Vlieland. Een stuk werelderfgoed waar jaarlijks duizenden mensen van de rust en de prachtige natuur genieten.

Meer stroom dan uit het stopcontact
De bezoekers verplaatsen zich met fietsen over het eiland. Maar ook de speakers die hier hangen hebben meer stroom nodig dan uit het stopcontact komt. De podiumdelen verplaats je niet in een bakfiets. Een band kun je niet hun drumstel van de boot naar het festivalterrein laten slepen.

Govert Reeskamp is hoofd productie en kent al deze uitdagingen als z’n broekzak. “We willen elk jaar een verbeterslag maken. Vorig jaar hebben we het hoofdpodium gedraaid op een smart grid van dieselgeneratoren. Vroeger hadden we verdeeld over het veld 8 generatoren staan die constant stonden te brommen. Dit keer hebben we alle stroombronnen op één punt geplaatst in een cascadeschakeling. In totaal stonden er 4 aggregaten én maakten we gebruik van de vaste stroomaansluiting. Dat is veel efficiënter. Op piekvermogen gebruikten we slechts 2 aggregaten. Al met al bespaarde deze oplossing al 1500 liter diesel. We hadden een kleiner podium op heftruckaccu’s draaien.”

Lab Vlieland
Gelukkig hoeft Govert dit niet allemaal in zijn eentje uit te vogelen. Onder de naam Lab Vlieland is een keur aan partners bij elkaar gebracht om te kijken wat op korte en langere termijn mogelijk en nodig is om duurzaam van het eiland gebruik te maken. De TU Delft, Hanzehogeschool, Provincie Fryslân, Gemeente Vlieland, Vitens en Omrin zijn slechts enkele van de partners op dit gebied.

Vlieland energie-onafhankelijk
De Provincie stelde in 2007 het (naar nu blijkt) ambitieuze doel om in 2020 de waddeneilanden volledig energie- en wateronafhankelijk te maken van het vaste land. De vraag daarbij bleef echter: wie moet dat gaan doen? In Lab Vlieland zijn nu de belangrijkste partijen met elkaar in gesprek en ontstaan er projecten zoals het smart grid, maar ook duinwater serveren in plaats van Spa Blauw en toiletten doorspoelen met grijswater.

Dit jaar werd voor het eerst contact gezocht met de autofabrikanten. Tesla, Renault, Bluekens, The New Motion en Frisian Motors zijn in het project gestapt. Maar niet alleen om een vloot elektrische auto's de diesels van voorheen te laten vervangen.

Tesla

Reeskamp: “Als je één Tesla(-accu) op je stroomvoorziening zou kunnen aansluiten, kun je veel efficiënter werken. De accu’s van Tesla zijn vele malen beter dan wat je nu kunt huren. Ze kunnen een hoge piekbelasting aan en daardoor in een smart grid het aantal aggregaten dat je nodig hebt verlagen. Die accu’s hebben we al bekeken in Tilburg, maar helaas hebben we dit jaar nog geen mogelijkheden om ze in te zetten. Wel wordt een groot gedeelte van het transport dit jaar al geëlectrificeerd.”

Daarover meer in deel 2: Planes, trains and automobiles. Hoe krijg je Triggerfinger CO2-neutraal op het podium?