Brazilië wil minder Amerikaans internet
De Braziliaanse president is zo verbolgen over de spionagepraktijken van de NSA dat ze internet in haar land minder Amerikaans wil maken.
"Het kabinet volgt met aandacht de reactie van de Verenigde Staten op de onthullingen van de heer Snowden." Dat was ongeveer het meest opzienbarende dat minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) in zijn vorige week verstuurde kamerbrief kwijt wilde over de Amerikaanse spionagepraktijken die dankzij Edward Snowden aan het licht zijn gekomen.
Een groter contrast met de Braziliaanse president Dilma Rousseff is nauwelijks denkbaar. Zij is namelijk woedend. Dat de NSA onder meer haar communicatieverkeer heeft afgetapt en het staatsoliebedrijf Petrobas heeft gehackt, zit haar zo hoog dat ze een bezoek volgende maand aan de VS heeft afgezegd.
Om herhaling te voorkomen, pleit ze bovendien voor wetgeving die Amerikaanse internetgiganten als Google en Facebook verplicht om de data van Braziliaanse gebruikers ook in Brazilië zelf op te slaan – en dus niet op servers in de Verenigde Staten of een ander buitenland.
Volgens het wetsvoorstel, dat volgende week gepresenteerd zal worden, moeten buitenlandse internetbedrijven gebruikmaken van datacenters in Brazilië waar de Braziliaanse privacywetgeving van kracht zal zijn. Op die manier komt de NSA buitenspel te staan, hoopt Rousseff.
Daarnaast wil de Braziliaanse regering een onderzeese glasvezelkabel aanleggen naar Europa, zodat er een netwerk ontstaat dat niet zo makkelijk meer door de Amerikanen kan worden afgeluisterd. Nu loopt het meeste Braziliaanse internetverkeer nog via de Verenigde Staten.
Critici vrezen dat de Braziliaanse wetsvoorstellen tot een Balkanisering van internet kunnen leiden. De Amerikaanse veiligheidsexpert Bruce Schneier, die zeer kritisch is over de activiteiten van de NSA, waarschuwt bijvoorbeeld dat de Braziliaanse plannen een steun in de rug kunnen zijn voor totalitaire regimes die nu al een eigen internetje proberen te creëren door allerhande sites te blokkeren.