
Duurtest: Peugeot 208 GTi (week 2)
In de duurtest van deze maand moet de 208 GTi bewijzen dat hij zijn legendarische achternaam waardig is.
In de afgelopen twee weken reed ik met de 208 GTi ruim 600 kilometer snelweg, 200 kilometer provinciale weg en zeker 150 kilometer daar kriskras tussendoor. Waar de oorspronkelijke 205 GTi had geshined op die laatste en goed mee was gekomen op de eerste, is het met zijn opvolger precies andersom. Dat is een ontzettend fijne auto om mee te cruisen. Het blok komt in alle versnellingen goed mee met het verkeer, pakt heerlijk op van onderaf en ligt stabiel op de weg. Het is dat je vrij veel gedreun en gezoem van de banden hoort, anders was ik er dit weekend nog mee naar Kroatië op en neer gegaan.
Op achteraf weggetjes is de GTi gretig en snel. Je kunt hem heerlijk de bocht omgooien en het 1,6 liter blokje presenteert je 200 pk op een dienblaadje. De stoelen zitten daarbij fantastisch. Je heupen zitten (afhankelijk van je postuur) geborgd op de zitting en het kleine stuurtje is in alle standen verstelbaar. Een gemakkelijke zit vinden is dus eenvoudig, alleen gaat de stoel niet laag genoeg. De perceptie van snelheid en controle wordt sterk beïnvloed door je plek in de auto. Bij de Peugeot is dat net te hoog om echt sportief te voelen. Ik vermoed dat je iemand in een Mazda MX-5 in de schoot kunt kijken als je er naast staat.


De titelkandidaat is meer een sportieve cruiser dan een rallykanon. Gezien mijn gebruik van de auto is dat wellicht een beter compromis dan het legendarische origineel. Favoriete upgrade is wel de climate control. In mijn zwarte 205 stond ik in 2004 met 40º C te koken in de file bij Split. Dit jaar zou ik pas weten dat het warm was als ik uit de auto zou stappen. De climate control heeft overigens een bijzonder prettige functie: soft auto.
Climate control kan nog wel eens de gewoonte hebben hard te blazen op de automatische stand. Met name als je nog maar kort in de auto zit, kun je elkaar nog maar amper verstaan. Maar zelfs na een langere tijd in de auto heeft de computer vaak de neiging de fans iets te rap te laten blazen. Enige oplossing is dan het handmatig terugdraaien, waardoor de climate control van zijn automatische setting springt. Ook niet de bedoeling. Soft auto is een wat terughoudendere variant van de automatische setting. Er is ook nog een full blast stand, voor als je de temperatuur echt rap naar beneden wilt hebben. In praktijk betekent het dat je de knoppen van de climate control zelden aanraakt.
Dat geeft direct het duivelse dilemma weer van deze auto. Je wordt zoveel meer gepamperd, dat ook de relatie met de wereld buiten de auto syntethisch wordt. Het stuur probeert zich niet uit je handen te wringen als je door een gat rijdt. Dat is natuurlijk tien keer beter als je niet in een sloot wilt belanden, maar als je de apex van een bocht perfect wilt raken zit het je in de weg.