52: Geef het stuur uit handen

52: Geef het stuur uit handen

05-07-2013 13:29 Laatste update: 28-04-2018 11:28

Google's zelfrijdende Prius, Audi's auto die zelf parkeert. Hoe lang duurt het nog voor je de krant kan lezen achter het stuur?

De Mercedes S-klasse is al generaties lang een soort kristallen bol voor de toekomst van de auto. In 1959 werd in dit model de eerste veiligheidscel geïntroduceerd. In 1978 was het de eerste auto met anti-blokkeer remsysteem (ABS). De airbag was een primeur in de überauto in 1981. ESP (elektronisch stabiliteitssysteem) zag in 1995 het levenslicht. Allemaal zaken die je nu standaard op je instapkoreaan vindt. De S-klasse die dit jaar uitkomt, heeft het Distronic Plus-systeem: een cruise control met ogen. Ook achter in het hoofd. De nieuwe luxewagen kijkt 360 graden om zich heen. Met zes afzonderlijke radarsystemen, een stereoscopische camera, twaalf ultrasone sensoren die objecten vlakbij de auto ‘zien’ en vier extra camera’s rondom de auto.

De stereoscopische camera herkent de snelheid en de baan van bewegende potentiële gevaren tot vijftig meter weg. Verkeer dat uit zijstraten komt, wordt zo herkend. Het infraroodsysteem zorgt ervoor dat ook in het donker potentiële gevaren gezien worden. De computer ratelt om uit te vogelen of er een mens of een dier gespot wordt. Voor beide wordt geremd, maar de mensen krijgen ook nog even een extra waarschuwing met het grootlicht. Big deal, denk je misschien. Heeft Volvo dat niet al jaren? Niet helemaal. Want deze overdaad aan sensoren in combinatie met het systeem dat de auto binnen de lijnen kan houden, betekent dat Mercedes met de S-klasse de eerste auto op de markt heeft gebracht die autonoom kan rijden. Bijna dan. Hij zou autonoom kunnen rijden, maar de software laat dat niet toe.

Jochen Haab van Mercedes bekent dat ze in de testfase auto’s volledig autonoom lieten rond rijden. Maar als jij straks in je S-klasse rondtoert, moet je je handen verplicht aan het stuur houden. Veel hoef je niet te doen, want de software houdt je binnen de lijnen en remt voor voorgangers, fietsers en overstekende eenden. Het is nog afwachten tot we het stuur definitief los mogen laten, maar de S-klasse voorspelt de komst van de autonoom opererende auto. Zitten we daar met z’n allen op te wachten?

Fileprobleem
Het lijkt er niet op. Marktonderzoeker J.D. Power & Associates deed onderzoek. In de VS wilde slechts 33 procent van de respondenten een autonome auto. Als het 2400 euro extra zou kosten, zakte dat percentage richting de 20 procent. Mannen waren positiever over de autonome auto dan vrouwen en jongere mensen zagen het ook vaker zitten. Vergelijkbaar met onderzoek naar de mobiele telefoon in de jaren 80. Het grootste gedeelte van de respondenten toen kon zich ook niet voorstellen dat ze de hele dag met een telefoon rond wilden lopen en altijd bereikbaar zouden zijn. Nog geen twintig jaar later maken kinderen op het schoolplein ruzie over de vraag of de Galaxy S4 wel cool is.

We denken dus geen autonoom rijdende auto’s te willen hebben. Maar we zouden daar wel eens vreselijk naast kunnen zitten. Google noemt zijn zelfrijdende Prius de ‘driverless car’. Die naam doet denken aan de ‘horseless carriage’. De eerste naam voor de auto zoals we die nu kennen. Het nieuwe object wordt gedefinieerd door wat er ontbreekt ten opzichte van het referentieobject. Als we die denktrant omdraaien: wat voegt een ‘driverless car’ dan eigenlijk toe?

Wie wel eens auto heeft gereden, heeft wel eens in een file gestaan. Een file die oplost nadat je een smeulend autowrak met drie hysterische mensen ernaast voorbijrijdt, is dragelijk. Hun leed is groter dan het jouwe. Er is een reden dat je 28 minuten Q music hebt geluisterd. Je hebt een spannend verhaal voor als je straks aan je in de magnetron opgewarmde spruitjes zit. Maar owee als de file zomaar ten einde is. Geen opdringerig invoegende HEAO-jugend, geen smeulend wrak, geen werk aan de weg. Wiens schuld was dit?

De mens. Die eerst een gaatje laat vallen, dan sprint om dat gaatje dicht te rijden zodat iemand anders niet voor kan kruipen en vervolgens weer hard op de rem moet, waarna er weer een gaatje valt als de auto voor hem doorrolt. Als we ook maar een beetje konden en wilden ritsen en de snelheid constant hielden, dan hoefde je nooit stil te staan in een file. Maar mensen met haast, dampende spruitjes thuis en de ver- gadering van net nog in het hoofd zijn daar niet zo goed in.

Autonome auto’s zijn feitelijk robotauto’s. robots zijn bijzonder goed in het slaafs opvolgen van aanwijzingen. Ze worden niet chagrijnig, kunnen overleggen zonder hun stem te verheffen en houden niet van spruitjes. Ze kunnen de ideale snelheid uitrekenen om filevorming te voorkomen en ritsen mogelijk te maken. Als gevolg zouden ze het fileprobleem drastisch kunnen reduceren. Terwijl je auto op de weg let, files voorkomt en je richting je bestemming rijdt, heb jij tijd voor andere dingen. “Maar ik wil zelf de auto besturen. Dat zou ik ontzettend missen.” is een veelgehoord argument. Ik vraag me altijd af of de vraag gesteld is aan iemand die net twee weken zijn rijbewijs heeft, of iemand die via de Nürburgring naar zijn werk gaat. Autorijden op een b-weggetje op zondagmiddag richting een terrasje of het strand is heerlijk. Maar 90 procent van de ritten zijn geestdodende, repetitieve tochtjes waarbij je zou wensen dat je een chauffeur had en met een kop koffie achterin kon gaan zitten.

Stel dat je tegen je auto kon zeggen aan het begin van de vakantie: rij me naar Camping du Soleil in La Ciotat. Zou je dan daadwerkelijk liever zelf achter het stuur kruipen? Of als je net je rijbewijs hebt en met je vriendinnetje eindelijk het huis van je ouders uit kan. Denk je dat ze meer onder de indruk is van jouw soepele pedaalgymnastiek, of dat je onderweg bij haar op de achterbank komt zitten?

De mogelijkheden zijn werkelijk eindeloos: een rijdende boekenclub, carpoolen meets klaverjassen, een uur extra Facebook per dag. Stel je de trein voor, maar dan dat hij van jou is. Dat hij vertrekt als jij dat wil en je voor de deur afzet.

Bovennatuurlijk inzicht
Inmiddels is een enorme olifant de kamer binnen gewandeld. Met marker staat daarop geschreven: “Maar je wil je leven toch niet in de handen van computers leggen? (Heb je 2001: A Space Odyssey niet gezien?)”. Theoretisch is een auto die door een computer met zesentwintig ogen wordt bestuurd veiliger dan een mens achter het stuur. Die mens maakt zich immers druk over die vergadering, die spruitjes die staan af te koelen en of hij straks wel langs een smeulend wrak zal rijden.

Maar theoretisch was Windows XP ook het meest betrouwbare besturingssysteem van het moment. uiteindelijk moet het zich in de praktijk bewijzen. Een keur aan (auto-)merken is daar mee bezig. Google het meest zichtbaar. Minstens zes Toyota Priussen, een Audi TT en drie Lexus rX450h’s rijden rond met een chauffeur op de bestuurdersstoel die alleen ingrijpt als het faliekant mis dreigt te gaan. In augustus 2012 hadden deze auto’s er al 500.000 testkilometers opzitten waarin ze geen enkel ongeluk hebben gehad. Op snelwegen, b-wegen, maar ook in drukke steden. Zelfs de kronkelige Lombard Street in San Francisco nam de Google wagen probleemloos. In de VS mogen autonoom rijdende auto’s inmiddels legaal rondrijden in Nevada, Florida, Texas en Californië. Mits er iemand achter het stuur zit.

De grootste uitdaging voor een computer is het inschatten van complexe situaties. Mensen zijn goed in het lezen van ambigue situaties. Zonder bewust ‘rekenkracht’ in te zetten, zien we of een mens staat te kletsen of de straat wil oversteken. Of een vrachtwagenchauffeur oogcontact zoekt of met zijn hoofd ergens anders zit. Wij weten bijna onmiddellijk welke ‘pixels’ in het totale beeld belangrijk zijn en welke niet.

Maar de mens ziet 140 graden horizontaal en 80 graden verticaal. De S-klasse ziet 360 graden horizontaal, zelfs in het pikkedonker. Bovendien wordt de auto niet moe, denkt zelden aan seks en kent de loop van de weg uit z’n hoofd. Nog los van de mogelijkheid om met car-to-car, car-to-infrastructure en car-to-cloud communicatie de auto te waarschuwen voor situaties die (nog) niet waar te nemen zijn. Standaarden daarvoor zijn in ontwikkeling. De auto kan dan uitrekenen hoe hard hij moet rijden om exact bij een groen stoplicht aan te komen. Andere auto’s kunnen waarschuwen voor een ongeluk waar zij een noodstop voor hebben moeten maken. Maar ook services als TomToms live traffic zouden de auto bovennatuurlijk inzicht kunnen geven.

Google’s auto bewees dat al eens door plotseling te remmen in een lege straat in San Francisco. De engineers aan boord dachten aan een softwareprobleem. Totdat er iemand tussen geparkeerde auto’s door de weg over rende. In een ingezonden brief in het tijdschrift Car gaf een man bezorgd aan zijn leven nooit in de handen van een autonome auto te willen leggen. “We hebben allemaal toch wel eens een computer zien crashen?” Tuurlijk hebben we dat gezien, maar vloog hij toen in de brand en fikte je huis af? Nee, hij hield er gewoon mee op. Net als een mens niet met 120 kilometer per uur doorrijdt als hij opeens in een mistwolk terecht komt, zal een autonome auto ook niet het gas erop houden als één van de redundante systemen uitvalt. Het risico dat je stil komt te staan doordat je Service Pack 2 niet geïnstalleerd hebt is groter dan dat je om die reden in een brandend blik aan je einde komt.

Overtuigende voordelen
Een ander voordeel is dat heel snel optrekken niet zo comfortabel is als de auto zichzelf rijdt. Een 3.5 liter V6 met 300 pk en een verbruik van 1 op 8 is nergens meer voor nodig. Voor je hobbyauto die staat te verstoffen in de schuur is dat natuurlijk leuk. Maar je privétaxi komt met een zuinig ecoboost 1 literblokje van 100 pk prima vooruit. De elektro- motor wordt ook opeens bereikbaarder, want een robot heeft geen last van range anxiety en kan exact uitrekenen welke bestemming wel en niet haalbaar is en of je onderweg nog ergens aan de stekker moet. Met zoveel overtuigende voordelen zul je je afvragen: waarom kan die S klasse mijn kind dan nog niet zonder mij naar school brengen?

Omdat Mercedes (of Google) het risico niet wil nemen dat het terechte of onterechte claims aan de broek krijgt. Zolang ze je verplichten het stuur vast te houden, ben jij verantwoordelijk. Dat scheelt het salaris van een hele afdeling juristen. Bovendien is het nog nergens toegestaan om een autonome auto zonder chauffeur achter het stuur de weg op te laten. Sommige wetgeving rond auto’s stamt nog uit de tijd van paard en wagen.

Reken er dus niet op dat je binnen vijf jaar auto’s op de weg ziet met alleen een meisje en haar schooltas achterin. Toch is die toekomst niet ondenkbaar. Niet voor niets hebben vier Amerikaanse staten wetswijzigingen doorgevoerd om dat mogelijk te maken. Bovendien hebben de geavanceerde adaptive cruise controlsystemen die nu verkrijgbaar zijn op de snelweg al een bijna autonoom karakter. In het geval van de nieuwe S-klasse hoef je alleen maar het idee te geven dat je oplet. Als je tegelijk de krant én het stuur vast weet te houden, regelt de auto verder alles.

In tien tot vijftien jaar zou er wel eens een auto te koop kunnen zijn waar geen stuur in zit. Waar je in rondgereden wordt als een koning. Met een bord warme spruitjes op schoot.

Dit artikel verscheen in Bright magazine #52. Je kunt je hier abonneren op Bright, of het nummer los kopen in de Bright Store.