Game over voor verbod op spelcomputers in China

In 2000 introduceerde China een verbod op spelcomputers 'om de jeugd te beschermen'. Het einde daarvan is in zicht.

Sinds 2000 is de verkoop van spelcomputers verboden in China. Het gamen op spelcomputers zou volgens de Chinese overheid potentieel schadelijk zijn voor zowel de fysieke als mentale ontwikkeling van jongeren. Zeven ministeries besloten destijds voor het verbod. Volgens de China Daily staatskrant zijn er discussies gaande tussen de verschillende ministeries om een einde te maken aan het verbod.

Hoewel niet officieel bevestigd door een woordvoerder van de overheid was dit reden te meer voor de Japanse spelcomputer fabrikanten om in hun handen te wrijven. De koersen van zowel Nintendo als PlayStation-fabrikant Sony schoten na het bericht met maar liefst ruim 8 procent omhoog. Een opheffing van het verbod zou de fabrikant er immers een gigantische nieuwe omzetmarkt bij geven.

Overigens is de naleving van het verkoopverbod losje te noemen. Gamers kunnen vrij makkelijk op de zwarte markt een spelcomputer scoren. Het zou bijna logisch zijn als China het verbod opheft omdat het ‘grote gevaar’ van gaming niet tegen te gaan is, zeker omdat Chinezen wel legaal pc's, smartphones en tablet kunnen kopen waar ze massaal op gamen.