Made in Amsterdam: studenten vrijwillig uitgebuit voor denim tas

Studenten produceren 100 denim tassen voor een verdienste ver beneden het minimumloon. Zonder pauze, zonder eten, zonder drinken.

Op de derde verdieping van het schoolgebouw van AMFI (Amsterdam Fashion Institute) werken studenten onder miserabele omstandigheden voor een verdienste ver beneden het minimumloon. Daar hebben ze drie dagen non-stop steeds hetzelfde breindodende lopende bandwerk gedaan om een denim tas te produceren. Zonder pauze, zonder eten, zonder drinken. Tot er 100 tassen klaar zijn.

Een sweatshop waarin nog steeds veel van onze kleding gemaakt wordt, die omstandigheden hebben de studenten vrijwillig ondergaan. Want dit onderdeel van de mode-industrie kun je alleen begrijpen door het te ondergaan. Het is de vierde keer dat alle tweedejaars deze ervaring moeten ondergaan.

De denim tas is multifunctioneel en kan als schoudertas en als rugzak gedragen worden. Het textiel is afval van Tommy Hilfiger en Candiani, producenten van spijkergoed waarvan Amsterdam de denim capital is. Want naast begrip voor werkomstandigheden in Azië is ook immigratie en vervuiling een aandachtspunt van dit experiment.

Van de 100 stuks gaan er 50 naar het Kara Tepe-vluchtelingenkamp op Lesbos, de andere 50 kun jij bij AMFI kopen. Het geld van de verkoop wordt gedoneerd aan een goed doel voor het behoud van de Amazone.