© Apple

Apple wijzigt beleid: software iets opener en nog meer privacy
Apple kondigde maandagavond nieuwe versies van zijn besturingssystemen aan. Met veel nieuwe functies, maar ook veranderingen in zowel de openheid als geslotenheid van Apple. Wat betekent het voor gebruikers en voor appmakers?
Apple staat bekend als vrij star bedrijf, dat zowel voor ontwikkelaars als voor gebruikers bepaalt wat het beste is. Toch verandert die opstelling nu een beetje, twee kanten op. Enerzijds zet Apple nog meer in op privacy van gebruikers als belangrijke pijler, anderzijds laat het app-ontwikkelaars steeds wat meer toe in zijn systemen.
Gelijke behandeling apps van derden
Apple zet zijn eigen apps graag vooraan in de etalage. Een veelgehoord bezwaar van bedrijven als Spotify en Tile, die beiden klachten hebben ingediend tegen Apple. Het bedrijf biedt zijn eigen apps en diensten functies en mogelijkheden die apps van derden niet hebben, luiden de klachten.
Die houding raakt ook gebruikers, die bijvoorbeeld een iPhone hebben, maar het liefst Chrome of Firefox als hoofdbrowser willen gebruiken. In het nieuwe iOS 14 kunnen gebruikers hun standaardbrowser voor het eerst zelf instellen, dat geldt ook voor de e-mailapp. Links worden daarna geopend in de browser naar keuze.
Muziek-apps en zoeklabels
Apples eigen speaker HomePod, overigens nog niet te koop in Nederland, is vooral leuk voor gebruikers van Apple Music. Wie muziek via Spotify luistert, moet via de functie AirPlay 2 muziek naar de speaker streamen. Spotify-muziek aanvragen via Siri kan nu nog niet op de HomePod, vanaf de volgende grote update wel.
Zo’n openstelling komt er ook voor de app ‘Zoek mijn’, waarmee gebruikers de locatie van hun Apple-apparaten, vrienden en familie kunnen zien. Apparaten van derden kunnen straks verschijnen in die app, inclusief apparaten die zelf geen internetverbinding hebben.
Dat geldt dus voor de zoeklabels van Tile. Als een gebruiker straks zijn sleutelbos met een Tile-label kwijtraakt en zelf buiten bluetooth-bereik van het label is, kan het toch gevonden worden. Als een andere iPhone-gebruiker de sleutelbos passeert, geeft de Tile zijn locatie via de passant aan zijn eigenaar door.
Goed nieuws
De stap is goed nieuws voor gebruikers, en vermoedelijk ook een manier om overheidsregulering af te houden. Volgens geruchten werkt Apple zelf namelijk aan een concurrent voor de zoeklabels van Tile.
Door zulke bedrijven nu al dezelfde toegang tot zijn eigen software te geven, speelt Apple het minder op de spits dan de afgelopen tijd.
Privacy aangescherpt
Privacy is al jaren een stokpaardje van Apple. Gebruikers hebben de regie over welke informatie apps verzamelen, en zien waar die voor gebruikt wordt. In de nieuwe versies van iOS en macOS zijn een aantal nieuwe functies toegevoegd.
Op iPhone en iPad is te zien of de camera en/of microfoon wordt gebruikt. Rechtsboven in beeld komen dan bolletjes te staan: groen voor camera, oranje voor microfoon. In het Control Center wordt getoond welke app de camera of microfoon gebruiken, of onlangs gebruikt hebben.
Locatie minder precies
Op het vlak van locatie-deling kunnen apps voortaan vragen naar de globale locatie van gebruikers, in plaats van de precieze locatie. Volgens Apple bijvoorbeeld handig voor nieuws-apps die lokaal of regionaal nieuws willen laten zien.
Die apps hoeven de precieze locatie niet te weten, gebruikers hoeven die locatie door de nieuwe functie niet te delen. De app krijgt niet de precieze gps-locatie van de gebruiker te zien, maar bijvoorbeeld een overheidsgebouw of een groot kruispunt vlakbij.
Toestemming voor tracking
Apps moeten nu ook voor tracking toestemming vragen, en voor het delen van informatie met andere apps. Ook moet elke app zijn privacyvoorwaarden en mate van tracking kort en bondig tonen in een soort ‘voedingslabel’ op de app-pagina; Apple vergelijkt de venstertjes met de labels op voedsel, zodat consumenten een geïnformeerde aankoop kunnen doen.
Browser Safari toont gebruikers ondertussen nog beter hoe sites hun surfgedrag in de gaten houden, en blokkeert standaard veel van de tracking technieken. Dat wordt voortaan getoond in een nieuw overzicht. Ook waarschuwt de browser nu als opgeslagen wachtwoorden van gebruikers zijn uitgelekt in een datalek.
Lange weg te gaan
Apple zet met zijn nieuwe software een aantal belangrijke stappen op het gebied van privacy en doet handreikingen naar apps van derden. Toch is er zeker op dat laatste vlak nog een lange weg te gaan.
Zo voelen veel ontwikkelaars zich nog steeds tweederangsburgers op de platformen van Apple. Het meest recente voorbeeld speelde zich in de dagen voor Apples WWDC-presentatie af, in een openbaar uitgevochten conflict tussen Apple en de nieuwe mail-app HEY, van de makers van de dienst Basecamp.
HEY is alleen bruikbaar voor abonnees, en Apple eist dat apps die een abonnement aanbieden dat doen via het betaalsysteem van Apple, waarbij Apple een commissie van 15 tot 30 procent inhoudt.
Er zijn uitzonderingen voor apps zoals Netflix en Spotify, die het systeem van Apple niet hoeven te gebruiken zolang zij gebruikers maar niet doorverwijzen naar hun eigen betaalopties. Daar wringt de schoen al voor veel ontwikkelaars. Een keuze hebben zij echter niet: wie zijn app in de App Store wil hebben, moet de regels van Apple volgen. Ontwikkelaars zouden bang zijn openlijk kritiek te hebben op Apple, uit angst dat hun apps dan worden geschrapt of minstens vertraging oplopen.
Apple en HEY haalden de angel uit hun geschil door een tijdelijke app uit te brengen. Met wegwerp-accounts biedt de app nu zonder abonnement ook functionaliteit, een eis van Apple. Daarmee is de kou uit de lucht, maar de ongemakkelijke, ongelijke verhouding tussen het grote Apple enerzijds en kleine appmakers anderzijds blijft.