
Eerste indruk: luxe koptelefoon Beoplay HX van B&O
De Beoplay HX van Bang & Olufsen is een knappe, luxe koptelefoon die qua prijs tussen de Sony 1000XM4 en de AirPods Max hangt. Maar hoe klinkt-ie?
Afgelopen nazomer kon ik genieten van de Beoplay H95-koptelefoon van Bang & Olufsen. Een weelde van luxe die met een navenante prijs van liefst 800 euro voor velen echter onbereikbaar is. De nieuwe Beoplay HX (spreek uit als 'H tien') komt met 499 euro iets dichterbij, maar is nog steeds een luxepaardje.
Wij raden momenteel in onze koopgids Bright Stuff de Sony 1000XM4, de Bose 700 en de Microsoft Surface Headphones 2 aan, met adviesprijzen tussen de 280 en 380 euro. In dat bereik vind je naar onze mening de beste prijs-kwaliteitverhouding. Koptelefoons als die van Bang & Olufsen en Apple kosten meer vanwege de hoogwaardige afwerking, de gebruikte materialen en vanwege het merk. Niet omdat ze vele malen beter klinken. De HX is daarop geen uitzondering.
Het ontwerp, de materialen en de afwerking van de HX zijn om van te smullen. De knappe koptelefoon zit heerlijk; niet te zwaar, niet te licht. De enige aanwijsbare zwakke plek is de vorm van de schelpen, die zijn rond in plaats van ovaal. Ovale schelpen passen beter over je oren, ronde drukken eerder wat op je oorlellen.

Ook ben ik geen fan van de touch-bediening op de HX. Uberhaupt niet op koptelefoons omdat je niet ziet wat je doet. Je moet op de HX iets harder tikken dan je gewend bent van een smartphone om bijvoorbeeld te pauzeren. (Al kan dat ook door de koptelefoon af te doen.)
Het regelen van het volume doe je door met je vinger met de klok mee of tegen de klok in op de schelp rond te draaien. Ook daar moet je meer kracht zetten dan je zou verwachten. Aan de andere kant, daar kun je aan wennen en je wilt ook niet dat zo’n bediening heel nerveus reageert.
Adaptief
Het geluid van de HX klinkt heerlijk en gebalanceerd. De adaptieve en actieve ruisonderdrukking is fijn. Hij lijkt soms wat moeite te hebben bij hoge frequenties en bij onregelmatig lawaai. De microfoons voor spraak zijn verbeterd ten opzichte van de Beoplay H9, maar blinken niet uit vergeleken met de Sony en Bose.
Multipoint Bluetooth, zodat je twee apparaten tegelijkertijd kunt verbinden met de koptelefoon, is uiteraard aanwezig, opladen doe je via usb-c en ook een 3,5 mm audiokabel is inbegrepen. De HX komt met een hard case. Die is wel aan de grote kant omdat de koptelefoon niet opvouwbaar is.
De schelpen kunnen plat op je borst liggen, maar als je de koptelefoon even op tafel wilt leggen, dan moet je ‘m omdraaien. De schelpen van de AirPods Max draaien de andere kant op en kun je wel plat op tafel leggen voor je, maar weer niet plat op de je borst. Een detail dat me nu pas opviel.
HX versus Max
Een vergelijking van de Beoplay HX met de AirPods Max ligt vanwege de prijs (499 om 629 euro) voor de hand. De HX is beduidend lichter (385 om 285 gram) om te dragen wat prettig is. De HX ondersteunt naast AAC wel de SBC en AptX Adaptive codecs en Bluetooth 5.1 (tegen 5.0). De HX heeft een case, de Max een handtasje. De AirPods Max heeft op zijn beurt meer microfoons, fijnere bediening, spatial audio en ovale schelpen. Het belangrijkste verschil in de praktijk tussen beide luxe koptelefoons is de batterijduur: 35 uur bij de HX tegen 20 van de AirPods Max.
En toch: als geld geen rol speelt, dan zou ik voor een knappe moderne draadloze koptelefoon eerder kiezen tussen de Beoplay H95 dan de HX en de AirPods Max. Als het luxe kan, ga dan voor het beste wat B&O te bieden heeft.
Vergeleken met ‘normale’ topkoptelefoons als de Sony 1000XM4 en de Bose 700 biedt de HX te weinig meerwaarde, afgezien van looks en luxe, om het prijsverschil te verantwoorden. De HX zal om die reden niet worden opgenomen in de Bright Stuff-koopgids.