Commentaar: de focus op de niet bestaande 'illegale fatbike' vertraagt de oplossing
Als het over ‘illegale fatbikes’ gaat, worden vaak alle problemen op een hoop geveegd, vindt fatbike-expert Bram van Dijk. Terwijl het voor het vinden van de oplossing juist van belang is om de problemen te scheiden. ‘Men ziet door de dikke banden het bos niet meer.’
Begin deze week was het weer raak. In het programma Spraakmakers op NPO Radio 1 zei Esther van Garderen van de Fietsersbond over een minimumleeftijd voor kinderen op fatbikes dat ‘wij deugdelijk en fundamenteel onderzoek willen om de fatbike een aparte voertuigcategorie te maken [...] op basis van de motorkenmerken’. Ze reageerde op het nieuws dat het aantal fatbike-ongelukken gestegen was. De NOS schreef daarover: ‘Fatbikes mogen een snelheid van 25 kilometer per uur halen, maar zijn relatief makkelijk op te voeren tot 50 kilometer per uur of zelfs nog harder.’
Je leest het nu misschien en denkt: wat is daar mis aan? Normaal ben ik niet zo van het muggenziften, maar voor het vinden van een oplossing als het gaat om verkeersveiligheid van kinderen op tweewielers met een elektromotor, is het essentieel om niet te kort (en te snel) door de bocht te gaan.
Want: fatbikes met een te hoog motorvermogen zijn, net zoals alle voertuigen met een vermogen boven de 250 Watt, per definitie een brommer en moeten daarmee gekeurd worden. En: of een fatbike makkelijk op te voeren is ligt aan het merk, net zoals bij elke andere elektrische fiets. En is het te makkelijk op te voeren, dan is het ook een brommer.
Wat zijn dan wél de problemen?
In de fatbike-discussie lopen dus verschillende zaken door elkaar die volledig los staan van de dikte van een band of de hoogte van een zadel.
Probleem 1: er rijden veel mensen rond op een ongekeurde gemotoriseerde tweewieler die eruitziet als een fiets.
Probleem 2: kinderen zijn onvoldoende kundig en onvoldoende beschermd om elektrische fietsen te besturen.
Door de problemen uit elkaar te halen, kan je beter en daadkrachtiger per onderdeel actie ondernemen. Want zou de fatbike nou de oorzaak van de problemen zijn, of zijn het de jonge bestuurders die de voorkeur geven aan zo'n type fiets?
Dus voor probleem 1: hoe zorgen we ervoor dat illegale brommers die als e-bikes worden verkocht uit de handel worden genomen? En vervolgens ook van de weg worden gehaald? Hoe zorg je ervoor dat importeurs en handelaren die willens en wetens deze illegale brommers hebben verkocht gestraft worden? En hoe bescherm je de consument in de toekomst beter tegen deze praktijken? Moet er iets van een keuring komen voor e-bikes voordat ze op de markt komen?
En voor probleem 2: wat moet de minimumleeftijd worden voor kinderen om op een elektrische fiets te rijden? Hoe ga je om met de identificatieplicht vanaf 12 jaar? Wat doe je met kinderen die ver naar school moeten fietsen? Tot wanneer moet er een helmplicht gelden? En in een later stadium: is 25 kilometer per uur niet gewoon te hard voor kinderen?
Politieke verzoeken
Door de problemen uit elkaar te halen, zie je de echte oplossing ook weer voor je. Men ziet door de dikke banden het bos niet meer. En ziet men dan wel, zoals doorgaans goed ingelichte politici, dan wordt er toch gekozen voor kort door bocht, lekker resonerende argumenten, direct gericht aan de onderbuik.
Het recente onderzoek gaat zo weer munitie zijn bij het debat over fatbikes in de Tweede Kamer, waarbij de politieke partijen onrealistische verzoeken aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat gaan doen om de fatbike op cosmetische gronden te scheiden van de e-bike. Want dat is lekker makkelijk: de fatbike fatshamen. Maar je verblindt jezelf en daarmee je lezers/stemmers/abonnees voor de echte problemen.
Bright houdt maandag 30 september een livestream over dit onderwerp: hoe moet het verder met de fatbike? Kijk mee vanaf 19:30 op ons YouTube-kanaal!
Meer nieuws over de fatbike en mis niets met onze Bright-app.