©Unsplash

Het Noodfonds Energie komt terug voor huishoudens met een laag inkomen
Huishoudens die het niet breed hebben en kampen met hoge energierekeningen kunnen vanaf binnenkort weer rekenen op het Noodfonds Energie. Helaas wel pas na de winter.
Alle hulp is welkom, maar het is vervelend dat het noodfonds energie pas over 8 weken weer kan worden opgestart. De winter staat garant voor hogere rekeningen, omdat mensen vaker thuis zijn. Er wordt dus meer verwarmd, auto's moeten vaker worden opgeladen en mensen verbruiken meer energie doordat ze thuis zijn. De steun voor armere huishoudens is sinds december stilgelegd en komt dus waarschijnlijk medio april terug, waarmee precies de hele winter niet wordt meegenomen.
Noodfonds energie
Minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) trekt jaarlijks 60 miljoen euro uit om gezinnen die het moeilijk hebben te helpen, met nog 10,7 miljoen euro vanuit de energiemarkt. Het is de bedoeling dat het noodfonds hetzelfde blijft als eerder, hoewel er nog wat laatste details geregeld moeten worden. Het is momenteel dan ook nog niet mogelijk om je aan te melden voor het fonds.
Het kan dus ook nog wel even duren voor het eenmaal weer kan. De Tweede Kamer zou graag zien dat het er nog sneller komt. Ook FNV heeft zich erover uitgesproken, juist omdat dit dure maanden zijn als het om de energierekening gaat. Het fonds is jaren geleden gestart toen de gas- en stroomprijzen enorm stegen, maar tot nu toe is er elk jaar nog vraag naar geweest. Het is alleen beschikbaar voor mensen met een inkomen tot 200 % van het sociaal minimum die minstens 10 procent van hun inkomen kwijt zijn aan de energierekening. Bij huishoudens met een inkomen van 130% van het sociaal minimum is de grens 8 procent.
110.000 huishoudens geholpen
In 2024 kregen 110.000 huishoudens een vergoeding uit het noodfonds. Gemiddeld was dat 97 euro per maand. Het is de bedoeling dat het noodfonds uiteindelijk steeds minder nodig wordt. Dat hoopt het kabinet onder andere voor elkaar te krijgen door woningen duurzamer te maken.