Eindelijk: Apple verkoopt geen iPhones en iPads meer met veel te weinig opslagruimte
©Freepik

Het 64GB-tijdperk is tot een eind gekomen bij Apple. Alle huidige iPhones en iPads die Apple verkoopt komen nu met minstens 128GB aan opslagruimte.
Er werd al jaren geklaagd over de karige 64GB opslagruimte die Apple nog bij sommige van zijn apparaten aanbod als instap-optie. Die 64GB zit in een oogwenk vol: iOS neemt al ruim 10GB in beslag en met een beetje foto's maken WhatsAppen zit je zo aan de limiet. En dan heb je nog niet eens wat playlists offline bewaard voor onderweg. Nee, wij vonden het 64GB-model al jarenlang geen aanrader.
Gelukkig is de 64GB-optie sinds deze maand volledig uit het aanbod van Apple verdwenen. Onder iPhones zat de optie alleen nog in de iPhone SE, die eerder al uit de Europese winkels verdween en werd opgevolgd door de iPhone 16e – die begint bij 128GB opslag. Toen bleef de gewone iPad over met de 64GB-optie, en die kreeg gisteren een opvolger met minstens 128GB opslagruimte.
Gewone iPad is zelfs goedkoper
Nog beter: die 'gewone' iPad is met 128GB net zo duur als het 64GB-model dat Apple tot gistermiddag verkocht. En dat model was al in prijs verlaagd: de voorganger werd tweeënhalf jaar geleden geïntroduceerd met 64GB opslagruimte voor 589 euro. De opvolger met dubbel zoveel opslagruimte, kost 409 euro: toch 180 euro minder voor dubbel zoveel opslagruimte.
De 64GB-opslagruimte werd in 2017 de basiskeuze voor de iPhone 8, 8 Plus en iPhone X. Met de iPhone 13 ging de reguliere iPhone naar minstens 128GB, de Pro-lijn liet de 64GB-optie al in 2020 vallen met de iPhone 12 Pro-lijn. Bij de iPad Air-lijn verdween de 64GB pas vorig jaar, bij de iPad Pro verviel de optie in 2020. Macs worden al langer met minstens 128GB aangeboden, maar hebben sinds oktober ook allemaal minstens 16GB werkgeheugen, nog zo'n eind van een tijdperk.
Meer Apple-nieuws en mis niets met onze Bright-app.