©NASA

NASA gaat de bijna 50 jaar oude Voyager-sondes nog langer in leven houden

NASA gaat de bijna 50 jaar oude Voyager-sondes nog langer in leven houden

De ruimtesondes Voyager 1 en 2, die al bijna een halve eeuw door de ruimte zwerven, krijgen een levensverlengend onderhoud. NASA heeft besloten enkele wetenschappelijke instrumenten uit te schakelen om de energievoorziening van de ruimtesondes te sparen.

Op 25 februari schakelde NASA het kosmische-stralingssysteem van Voyager 1 uit. Dit instrument meet de intensiteit van hoogenergetische deeltjes die afkomstig zijn van verre supernova-explosies en andere kosmische bronnen. Op 24 maart volgt daarna het instrument voor laagenergetische geladen deeltjes op Voyager 2, dat helpt bij het bestuderen van de interactie tussen de zonnewind en de interstellaire ruimte. Deze aanpassingen zijn noodzakelijk omdat de energiereserves van beide ruimtevaartuigen langzaam afnemen.

"De Voyagers zijn sinds hun lancering ware rocksterren in de diepe ruimte, en dat willen we zo lang mogelijk zo houden", vertelt Suzanne Dodd, projectmanager bij NASA's Jet Propulsion Laboratory (JPL), in een persbericht. "Maar de elektrische stroom raakt op. Zonder deze maatregelen zouden ze waarschijnlijk nog maar enkele maanden kunnen functioneren."

Unieke ruimtereizigers verouderen

De Voyager-sondes worden aangedreven door een systeem dat elektriciteit opwekt uit het radioactief verval van plutonium. Dit systeem is al sinds de lancering van de sondes in 1977 continu actief. De klok begint te tikken. Beide sondes verliezen jaarlijks ongeveer 4 watt aan vermogen, en als nu niet zou worden ingegrepen, zouden ze binnen enkele maanden al geen stroom meer hebben.

Met deze maatregelen hoopt NASA dat de sondes tot volgend decennium kunnen blijven werken. Beide ruimtevaartuigen hebben tien wetenschappelijke instrumenten aan boord, waarvan sommige al werden uitgeschakeld nadat ze klaar waren met het verkennen van de verste planeten in ons zonnestelsel.

Eerste verkenners van de interstellaire ruimte

De Voyager-sondes zijn uniek omdat ze de enige door mensen gemaakte objecten zijn die actief zijn in de interstellaire ruimte. Dat is het gebied buiten de beschermende bel (heliosfeer) die de zon creëert. Voyager 1 bereikte deze grens in 2012, Voyager 2 volgde in 2018.

De afstanden tot deze ruimteschepen zijn nauwelijks te bevatten. Voyager 1 zweeft op meer dan 25 miljard kilometer van de aarde, terwijl Voyager 2 zich op ruim 21 miljard kilometer bevindt. Door deze enorme afstanden duurt het meer dan 23 uur voordat een radiosignaal vanaf aarde Voyager 1 bereikt, en ongeveer 19,5 uur voor Voyager 2. Ondanks deze uitdagingen blijven beide sondes functioneren en waardevolle gegevens terugsturen.

Volg meer nieuws over ruimtevaart en mis niets met de Bright-app.