©Bright

©Bright

Duurtest Mini Aceman SE: rijgedrag is heerijk, hulpmiddelen precies goed

Onze autotester Rutger rijdt vier weken in de elektrische Mini Aceman. Hoe is het achter het stuur van de elektrische 5-deurs?

Mini schermt altijd met het 'go-kart'-gevoel. Een beetje irritant, maar wel begrijpelijk. Veel auto’s zijn geveerd en afgesteld om elk type chauffeur tevreden te houden. Dat betekent iets té hard om helemaal comfortabel te zijn, iets te zacht om je Piastri te wanen. Mini durft best wel wat comfort op te offeren voor een strak sturende auto.

Je zit vrij laag in de Mini, zeker voor een elektrische auto en daar begint de pret. Maar hoe het stuur verbonden is met de wielen en hoe direct hij reageert, dat is het allerleukste aan deze auto. Veel auto’s doen globaal wat je in gedachten had als je aan het stuur draait en dat is goed genoeg. Maar de Mini kun je op de millimeter nauwkeurig plaatsen. Daar denk je misschien geen behoefte aan te hebben. Maar als je na jaren met een halfbot schilmesje al je groenten te hebben gesneden, kan iedereen een strak snijdend keukenmes waarderen. Geloof me, iedereen met een beetje gevoel in zijn armen, zal ook deze Mini kunnen waarderen op het juiste weggetje.

Prima bereik

Vorige week vrijdag vierden we het twintigjarig bestaan van Bright en moest ik dus met de Mini Aceman SE naar Amsterdam op en neer om daar de Bright nerdquiz te winnen met een topteam. Maar dat terzijde. De Mini Aceman lijkt op papier niet bijzonder geschikt voor dat soort trips, vanwege de relatief kleine accu. Mijn eigen auto heeft 12 kWh meer in de bodem liggen. Maar ik reed op een warme vrijdagmiddag heen en had nog 90 kilometer over, zette hem op de laadpaal voor de 3,5 uur dat ik aanwezig was. Zo kon ik met een volle accu en 130 km/u terug naar Winsum waar ik nog 50 kilometer bereik over had bij aankomst. Perfect dus voor ritjes als deze.

Niet alleen vanwege de accucapaciteit, maar ook de rijhulpsystemen zijn prettig. De waarschuwing voor de maximumsnelheid zet je eenvoudig uit door de SET knop op het stuur ingedrukt te houden. De rijbaanassistent houdt je keurig in het midden tussen de lijntjes, mits je zelf een beetje blijft sturen. Als je lang op een rechte weg zit en de auto krijgt dus geen input van jou, vraagt hij na een tijdje toch of je even aan het stuur wil draaien. Dat is op een rit van Amsterdam naar Groningen misschien 2 of 3 keer, dus geen dealbreaker. Maar liever heb je een systeem dat waarneemt of je handen op het stuur hebt liggen en niet of je tegendruk geeft.

Precies goed afgesteld

De adaptieve cruise control werkt ook fijn, op een klein detail na. Als iemand je inhaalt en vroeg naar rechts stuurt, dan remt de cruise control af, ook al is de snelheid van de auto voor je hoger. Het is begrijpelijk, want het systeem moet natuurlijk een veilige remafstand garanderen, maar het betekent dat ik elke keer als ik ingehaald wordt óf een stukje afrem óf zelf het pedaal even in moet drukken.

Maar de tekortkomingen van de rijhulpsystemen wegen niet op tegen het gemak. Ik rijd met deze auto op elke weg met een middenstreep met alle systemen aan behalve de snelheidswaarschuwing. Dat is steeds zeldzamer aan het worden met zenuwachtige systemen die je op alles menen te moeten wijzen of onprettig ingrijpen. Daarmee durf ik dus ook wel te concluderen dat de Mini voor elk type weg geschikt is. Op de snelweg een relaxte cruiser, op een achterafweggetje een heerlijk scheurijzer.

Rutger test elke maand een andere auto, volg het in de Bright Duurtest.