©Ubisoft

©Ubisoft

Review: 30 uur met Assassin’s Creed Shadows

Na Frankrijk, Groot Brittannië, Noorwegen, Amerika, Griekenland en Irak, vertrekt de Assassin’s Creed gameserie nu eindelijk naar Japan. En zoals een goede haiku is het spel tegelijkertijd eenvoudig, sierlijk én net niet helemaal logisch als je er te lang over nadenkt.

De wereld die Ubisoft heeft neergezet is verbluffend mooi. Denk aan kabbelende beekjes, gouden rijstvelden, en kersenbloesems die je controller haast doen ruiken naar de lente. Elk dorp voelt als een schilderij, elk bergpad als een uitnodiging om te verdwalen. De Japanse setting is een fenomenaal decor. Dat zijn we gewend van deze Ubisoft serie. Het epische Griekenland van Odyssey, de eindeloze kaarten in Noorwegen, Engeland en Amerika in Valhalla. Maar dit Japan voelt nog levendiger, nog kleurrijker, nog onvoorspelbaarder.

Twee helden, twee manieren van spelen

Het grootste nieuws is misschien wel de dubbele hoofdrol: je speelt als de sluwe shinobi Naoe én als de legendarische – en historische – samurai Yasuke. Naoe is alles wat je verwacht van een klassieke Assassin: stil, lichtvoetig, met gadgets als rookbommen en klimhaken. Yasuke daarentegen is een tank in harnas: hij stormt met een knots het strijdveld op en maakt gehakt van tegenstanders alsof hij uit een Dynasty Warriors-game komt lopen.

Het wisselen tussen deze twee stijlen geeft een fijn gevoel van vrijheid. Heb je zin om als een schaduw door de nacht te glippen, dan kies je Naoe. Zin om met veel bombarie een fort binnen te vallen? Yasuke staat paraat. Die flexibiliteit maakt het spel verfrissend, en je kunt zelfs tijdens missies van stijl wisselen. Het voelt een beetje als een open-wereldversie van Hitman meets Ghost of Tsushima.

Het verhaal

We bevinden ons in de late Sengoku-periode, een tijd van samurai, burgeroorlogen en politieke intriges. Naoe is de dochter van een meester-assassin die het pad van de verborgen zwaarden volgt. Yasuke is een voormalig Portugees slaaf die opklimt tot samurai – een personage gebaseerd op historische bronnen. Samen raken ze verwikkeld in een strijd tegen onderdrukking, corruptie en – natuurlijk – de Templars, die hier vermomd zijn als sluwe krijgsheren met net iets te veel macht.

Maar waar de wereld en de hoofdpersonages schitteren, blijven de tegenstanders vaag en inwisselbaar. De grote boosdoeners hebben weinig persoonlijkheid, en hun motieven voelen aan als standaard slechterikenmateriaal: hebzucht, macht, wraak, fill-in-the-blank. Dat haalt wat spanning uit de confrontaties – het is lastig om écht geraakt te worden door een gevecht als je de vijand vergeet zodra je je katana weer hebt opgeborgen.

Wat is beter dan vroeger?

Gelukkig zijn er verbeteringen zat ten opzichte van eerdere titels in de serie. De AI is slimmer: vijanden zoeken actief naar je als je verdwijnt in de schaduw, en reageren op geluid of omgeving. De stealth-mechanics zijn verfijnd, met meer tools, betere animaties en een soepelere flow. Parkour voelt weer wat vloeiender, al zal het nooit zo strak zijn als in Assassin’s Creed Unity.

Grafisch is het een absoluut hoogtepunt. De belichting, weersystemen en het gebruik van kleuren maken elke zonsondergang tot een screenshotmoment. Ook de audio verdient lof: van de klanken van de shamisen tot het zachte ritselen van je kleding als je door het gras sluipt – alles ademt sfeer.

Wat valt tegen?

Niet alles is rozengeur en katanagekletter. De missiestructuur is nog steeds bij vlagen repetitief: infiltreren, afluisteren, iemand uitschakelen, ontsnappen – sneak, kill, escape, repeat. Er zijn wel meer zijmissies met persoonlijkheid, maar Ubisoft blijft worstelen met het vinden van de juiste balans tussen open wereld en narratieve focus.

Ook is de RPG-structuur van recente AC-delen (zoals Odyssey en Valhalla) iets afgezwakt, wat fijn is voor wie terugverlangt naar het oudere AC-gevoel, maar jammer voor wie graag zijn personage diepgaand ontwikkelt. De loot is simpeler, upgrades zijn minder complex en keuzes in dialoog hebben minimale impact.

Conclusie

Assassin’s Creed: Shadows is een prachtige liefdesbrief aan Japan – en misschien wel de meest visueel indrukwekkende game in de serie. De toevoeging van twee speelstijlen werkt verrassend goed en houdt de gameplay fris. De verhaallijn is boeiend genoeg om je vast te houden, ook al steken de antagonisten wat bleekjes af tegen hun voorgangers. De verbeterde stealth en gevechten tillen het geheel boven eerdere delen uit, ook al is de formule grotendeels gelijk gebleven.

50 procent korting: bestel hier je Bright E-bike Party 2025 ticket(s)