©Bright

©Bright

Duurtest Opel Astra E Sports Tourer: prima keuze, maar…

2Reacties

Onze autotester Rutger reed vier weken en vele kilometers met de Opel Astra E Sportstourer. Tijd om de balans op te maken. De Opel heeft op onze oprit gestaan, ons naar werk, supermarkt en familie gebracht, en ons laten kennismaken met de Opel-manier van elektrisch rijden. We hebben het ontwerp bekritiseerd, de rijeigenschappen geanalyseerd en naar een zwart scherm gestaard. Welke conclusie moet je trekken over deze elektrische Duitser?

Van buiten is onze Astra een anonieme, bijna onzichtbare verschijning (zeker in het zwart). Ik liep een knalblauwe tegen het lijf, die er al een stuk potenter uitzag. Maar dat is meer de kleur dan de lijnvoering. Van binnen is het een toonbeeld van praktisch en doordacht design. De stoelen zijn fantastisch, de opbergruimtes zijn praktisch en de fysieke knoppen voor de klimaatregeling zijn een verademing. 

Hetzelfde contrast zien we in de rijeigenschappen. Op de snelweg is de Astra een stille, comfortabele cocon. Maar in de stad, op klinkers of drempels, voelt het onderstel onverwacht stug aan. En dan is er het digitale hart: het infotainmentsysteem is in de basis logisch, maar wordt geplaagd door een traag reagerend scherm dat niet meer van deze tijd is. Het is de achilleshiel van een verder zeer competente auto.

Beter in het blauw

Beter in het blauw

Efficiënt, maar geen hoogvlieger

De Astra Electric heeft een 54 kWh (netto 50,8 kWh) accu, waarmee hij volgens de WLTP-cyclus 413 kilometer ver moet komen. In onze testperiode, met een mix van stads- en snelwegritten, kwamen we uit op een praktijkverbruik van zo'n 17 à 18 kWh/100 km. Dit vertaalt zich naar een realistische actieradius van ongeveer 280 tot 300 kilometer. In de zomer zal dit richting de 330-340 km gaan, maar in de winter moet je rekenen op zo'n 260 kilometer.

De Astra is dus opvallend zuinig voor zijn formaat, efficiënter zelfs dan zijn directe concurrent, de Peugeot e-308 SW, die uit dezelfde accu minder kilometers perst. Die efficiëntie is zijn grote kracht, want op andere vlakken legt hij het af.

De laadsnelheid, bijvoorbeeld. Met een maximum van 100 kW aan een DC-snellader is de Astra geen sprinter. In de praktijk duurt het ongeveer 30 minuten om van 20% naar 80% te laden. Dat is acceptabel voor een rustige koffiestop, maar concurrenten doen dit aanzienlijk sneller. Thuis aan de 11 kW laadpaal is de accu in een kleine vijf uur weer vol.

Ruimte en concurrentie

Dan het bestaansrecht van een stationwagon: de kofferbak. Met 516 liter is de bagageruimte van de elektrische Sports Tourer ruim en praktisch. Je levert weliswaar 85 liter in ten opzichte van de benzineversie (die 601 liter heeft), maar er blijft meer dan genoeg ruimte over voor de wekelijkse boodschappen of vakantiebagage. Hij biedt meer ruimte dan de meeste elektrische alternatieven, al heeft de Peugeot e-308 SW (z’n halfbroer) een nipt grotere kofferbak.

Het eindvonnis: fijne hardware, matige software

Na vier weken is het oordeel helder. De Opel Astra Sports Tourer Electric is de auto van het gezonde verstand. Het is geen auto die je koopt met je hart, maar met je hoofd. Hij is uitzonderlijk praktisch, comfortabel op lange ritten en, dankzij zijn lage verbruik en gunstige bijtelling, een financieel zeer slimme keuze. De lagere "brandstof"- en onderhoudskosten maken hem op termijn goedkoper dan de benzinevariant.

Zijn grootste zwakte is niet de actieradius of de laadsnelheid – die zijn voor het dagelijks gebruik voor de meeste mensen toereikend – maar de digitale afwerking. De trage, soms haperende software voelt als een gemiste kans in een verder uitstekend gebouwde auto.

Zou een software-update deze problemen kunnen oplossen? Absoluut. En als Opel dat voor elkaar krijgt, is de Astra Electric niet alleen de verstandigste, maar ook een van de beste keuzes in zijn klasse. Tot die tijd is het een briljante, no-nonsense EV die wordt tegengehouden door zijn digitale tekortkomingen.

Rutger test elke maand een andere auto, volg het in de Bright Duurtest.