Minecraft: Lego van de digitale generatie

Minecraft: Lego van de digitale generatie

12-09-2012 13:46 Laatste update: 28-04-2018 15:36

Niels ’t Hooft

Miljoenen kinderen en volwassenen spelen dagelijks met dit Lego van de digitale generatie.

Minecraft is Lego 2.0, een virtuele gamewereld waarin je vrij bent om te bouwen wat je wil. Miljoenen kinderen en volwassenen spelen het dagelijks. Niels ’t Hooft ging op onderzoek uit om het gigantische succes van deze blokkengame te doorgronden. Wat maakt Minecraft zo aantrekkelijk?

Geert Verkade (11) en zijn broer Jules (15) zitten achter de laptop op Jules' kamer. Ze spelen Minecraft. Een pixelachtig heuvellandschap, opgebouwd uit ontelbaar veel kubussen, strekt zich voor hen uit. Ze rennen en springen heen en weer, en klikken in het rond. Met de linkermuisknop hakken ze blokjes weg, met de rechtermuisknop zetten ze er nieuwe voor in de plaats. Ze combineren elementen en maken er gereedschap van, zoals pikhouwelen en toortsen. De inventory flitst voorbij: 15 schermen met elk meer dan 200 verschillende objecten, elk met een andere functie.

Op het eerste gezicht is Minecraft ondoordringbaar obscuur. Toch is het een van de populairste games van het moment, met meer dan 9 miljoen betaalde downloads op pc, Android, iOS en Xbox 360. Toen de Xbox-versie afgelopen mei werd uitgebracht, verkocht die binnen vijf dagen een miljoen stuks. Zoek je op YouTube naar Minecraft, dan krijg je meer dan zes miljoen hits. Op Minecraftforum.com zijn 15 miljoen berichten geplaatst. En dat voor een spel dat oorspronkelijk werd gemaakt door één programmeur, de Zweed Markus 'Notch' Persson.

Het verhaal van Geert en Jules lijkt op dat van veel andere Minecraft-fans. Anderhalf jaar geleden werd Jules op het spel gewezen door een klasgenoot. Aanvankelijk vond hij het niks: onduidelijk en lelijk. Maar door filmpjes op YouTube, met name die op het populaire Yogscast-kanaal, zag hij in hoeveel mogelijkheden het spel had. Binnen no-time was toen ook zijn broertje om. Ze spelen de game nu een jaar lang vrijwel dagelijks, zo'n anderhalf uur per dag. Althans, dat is het officiële maximum dat hun ouders hebben opgelegd. "Dit is voor mij de ideale game”, zegt Jules. Kan hij zich iets leukers voorstellen? "Nee."

De broers loodsen me door Minecraft. Elke keer dat je een nieuw spel begint, bouwt de computer een nieuw, willekeurig gestructureerde wereld op, met een eigen verdeling van elementen als zand, rotsen, bomen en water. Met sneeuwlandschappen, regenwouden en grotten. Iedere Minecraft-wereld is oneindig groot: je kunt dagenlang in één windrichting blijven lopen, tot je computer het op een gegeven moment niet meer trekt.

Je speelt de game in een van drie spelstanden. In Survival begin je met niets, hak je grondstoffen uit het landschap, bouw je een bunker en sla je zombies van je af als de nacht valt. Hardcore lijkt op Survival, met het verschil dat je wereld permanent wordt gewist als je dood gaat, waarna je helemaal opnieuw moet beginnen. Het populairst is Creative, waarin je via internet samen met anderen kan bouwen, zonder enige blokjeslimiet.

Geert laat zien hoe makkelijk het is om het landschap naar je hand te zetten: met een moordend tempo zet hij een huis in elkaar. Dit is de perfecte zandbak, waarin je bouwsels nooit instorten, althans tot je er TNT-blokken in stopt. Dit is Lego 2.0, zonder het risico dat je net dat ene rode dakpannetje tekortkomt.

Na een jaar spelen ontdekken Jules en Geert nog steeds nieuwe dingen, geholpen door regelmatige updates, maar ook door diverse gratis, door fans gemaakte mods, die extra mogelijkheden toevoegen. Zo maakt de Tekkit-mod er een soort technisch Lego van, dat veel verder gaat dan de elektrische circuits die je in het basis-Minecraft kan leggen. Ter demonstratie bouwt Geert een enorme boormachine voor me, die automatisch blokjes delft. Uit een nabijgelegen meer pompt hij water om de kop te koelen. "Er zijn zelfs mensen die een werkende rekenmachine hebben gebouwd in Minecraft”, zegt hij. "Maar dat kan ik niet, hoor."

Onder Jules' hoogslaper zoemt een tweede laptop. Daarop draait Ubuntu, met serversoftware en diverse mods. Dit is een belangrijke reden waarom Minecraft voor Jules meer is geworden dan een spelletje. Als hij niet druk is met blokken stapelen of uitvogelen hoe je een nieuwe contraptie bouwt, dan rommelt hij met de configuratie van de server, die hij zelf installeerde, of helpt hij andere spelers op weg.

Het is meteen ook de reden waarom Jules en Geert zo vaak en lang mogen spelen. Hun ouders zijn blij dat er een spel in huis is waarin hun zoons creatieve, technische en sociale vaardigheden kunnen opdoen, in plaats van hun tijd te verknallen in een first-person shooter of, nog erger, te verklikken in een hersendood webspel als Farmville. Al stelden ze wel kritische vragen toen Jules' rapportcijfers het afgelopen jaar wat omlaag gingen. "Niks om je zorgen om te maken”, verzekert hij me.

Community
Niet alleen kinderen lopen weg met Minecraft. Arjan Lindeboom (35) is leraar en speelt inmiddels anderhalf jaar. Via zijn YouTube-kanaal World of Tilia (youtube.com/arjandotorg) deelt hij Minecraft-video's. "Het is voor mij een manier om verhalen te vertellen", zegt hij.

Arjan herinnert zich zijn eerste indruk nog precies. Daar stond hij, in die onbegrensde wereld, zonder enig idee wat hij moest doen. Het spel gaf geen enkele hint. Vervolgens viel de nacht en werd hij aangevallen door monsters. Dood. "Ik hoorde dat als je de eerste nacht overleefde, je de moeilijkste drempel over was”, zegt Arjan. "Maar daar heb je niks aan als je niet weet hoe je de eerste nacht overleeft."

Middels wat Google-speurwerk ontdekte Arjan dat je grotten kunt uithakken en afsluiten met een deur. En dat je een deur kunt maken door bepaalde blokken te combineren. "Heb je dat eenmaal gedaan, dan komt de klik”, zegt hij. "Dit is van mij! Dit heb ik gemaakt! Wat zal ik nu eens gaan doen? Ineens grijpt het je, en laat het je niet meer los."

Rond alle goede games ontstaat een online community die de geheimen zo snel mogelijk probeert te kraken. Maar nergens is die community zo groot en essentieel voor de beleving als bij Minecraft. Juist doordat de makers ze in het ongewisse laten, zijn de spelers op elkaar aangewezen. Vervolgens helpen ze elkaar met wiki's, video en podcasts.

Ook Arjan draait een eigen server, waarop een stuk of tien vrienden spelen. Van hun avonturen brengt hij in zijn video's verslag uit. "Mijn kijkers maken mee wat wij meemaken, lachen of ergeren zich aan het slappe geouwehoer, en merken mijn frustratie als het misgaat. Ik krijg er kinderen van vijf tot oma's van zestig mee aan het lachen. Daar word ik zo blij van, dat kan ik niet omschrijven."

Door mee te werken aan de Nederlandse vertaling van Minecraft, kreeg Arjan inzicht in het werkproces van Mojang, de door Notch opgerichte studio die het uitbouwen van Minecraft inmiddels van hem heeft overgenomen. Hoofd ontwikkeling Jens 'Jeb' Bergensten plaatste een oproep voor vertalers, waarop Arjan reageerde. In een Google Doc mocht hij de 700 regels tekst met anderen samen vertalen. "Er werden lange discussies gevoerd, over stijlvormen, woordgrappen en consistentie”, zegt Arjan. Toen het vertaalproject later overging op crowdsourcesite Crowdin.com, begon de hele discussie opnieuw. "En dat is schitterend."

Niet alleen neemt de community Mojang zo werk uit handen, het betrekt de spelers ook nóg dichter bij de game. Zo zijn spelers ook bereid om honderden uren te steken in het maken van verhalende custom maps en textures die het spel een nieuw uiterlijk geven. Het is de soort werkwijze waar massale gamebedrijven als Electronic Arts en Activision zich nooit zo volledig aan zouden kunnen overgeven, terwijl het Mojang een duidelijk voordeel geeft: de wet van de remmende voorsprong in actie.

De constante openheid en communicatie met de community hebben van Minecraft een geliefd merk gemaakt. Dat Notch inmiddels geschat wordt op een vermogen van 60 miljoen euro en in een privéjet vliegt, doet niets af aan het beeld van de sympathieke Robin Hood die de grote jongens een loer heeft gedraaid.

Het beeld klopt: hoewel Notch en Mojang diverse gesprekken voerden met uitgevers en investeerders, waaronder co-founder van Napster en Facebook Sean Parker, liep het spel zo snel zo goed, dat ze geen investeringen hoefden aan te nemen. Daardoor zijn de makers nog altijd volledig onafhankelijk, een trots vlaggenschip voor de opkomende indiegamescene. Dat is vooral balen voor Lego, dat miljoenen verspilde aan mislukte online Lego-games, en ongetwijfeld vroeg bij Minecraft had willen zijn. Bij wijze van schrale troost werd er onlangs een setje Minecraft-Lego uitgebracht.

Vrij expermenteren
Willem-Jan Renger (45) was initiatiefnemer van de eerste game-opleiding in Nederland, aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, en zwaait nu de scepter over een HKU-onderzoeksprogramma dat toegepaste game-oplossingen verzint voor instellingen en bedrijven. Ook bij hem thuis ronkt een Minecraft-server, waarop hij speelt met zijn drie kinderen, plus hun vrienden en klasgenoten.

Willem-Jan stipt aan dat de inbreng van spelers eigenlijk nog veel dieper gaat dan hun betrokkenheid bij ontwikkelkwesties en de mogelijkheid om te modden. Weliswaar begin je met een computergegenereerd heuvelland, Minecraft komt pas echt tot leven als je die wereld naar je hand hebt gezet. Het hele spel wordt eigenlijk door de spelers gemaakt.

"Als je in je eentje een game programmeert, zoals Notch aan het begin, moet je jezelf een realistisch doel stellen”, zegt Willem-Jan. "Daarom zijn de graphics zo eenvoudig, en zitten er zo weinig verhaalelementen of bijvoorbeeld levels in. Notch heeft zich helemaal gericht op wat je kan doen: de tools die de speler tot zijn beschikking heeft."

Die focus vindt Willem-Jan geïnspireerd. "Een game is zo interessant als wat je er in kan doen”, zegt hij. "De meeste games zijn een afgebakende ruimte, maar Minecraft gaat veel verder. Notch had heel goed in zijn kop zitten dat hij de speler de ruimte moest bieden om zelf te spelen. Daardoor is de game zo'n krachtig raamwerk geworden om anderen bijzondere ervaringen te geven, om ze te verrassen en grappen met ze uit te halen."

Met zijn kinderen doet hij regelmatig wat ze ‘een project’ noemen. Zoals die keer dat ze Helm's Deep, uit The Lord of the Rings: The Two Towers, gingen nabouwen. "Geweldig om te zien hoe de muren uit de grond schieten als er een handvol mensen aan werkt." In een poging om de sensatie van duizenden ten strijde trekkende orks te benaderen, bouwde hij later stiekem een installatie waarmee hij tientallen monsters tegelijk kon laten verschijnen. Hij verraste zijn oudste zoon ermee. Nietsvermoedend liep deze Helm's Deep op, om het aan een vriend te laten zien, toen er ineens van alle kanten monsters op hem afkwamen. "Daar heeft hij het nu nog over."

Hoewel Minecraft voor een groot deel een set gereedschappen is waarmee je kunt doen wat je wil, ziet Willem-Jan de Zweed toch als ‘een geniale auteur’. "Hij heeft dat spel met liefde gemaakt, het is iets wat hij zelf wilde spelen. Zonder druk van marketingafdelingen ontwikkelde hij een monster van Frankenstein, waarmee iedereen aan de haal is gegaan. En dat was ook de bedoeling."

De vraag is nu of Minecraft een blijvende impact zal hebben. Gaan de grote gamebedrijven nu bijvoorbeeld allemaal met hun eigen open bouwgames komen? Willem-Jan denkt van niet. "Het blijft toch vooral interessant voor een bepaald slag spelers. Als je bij de hand genomen wilt worden, en steeds beloond wilt worden, zal Minecraft je niet snel overtuigen. Je moet eigen fantasie inbrengen."

Hij ziet wel andere mogelijkheden, bijvoorbeeld op educatief vlak. "Stel je een chemische versie van Minecraft voor, waarin de elementen van de periodieke tabel realistisch op elkaar reageren. Van een wereld waarin je vrij bent om te experimenteren, leer je pas echt iets."

Volgens Willem-Jan stipt Minecraft vooral een leegte aan. "Het laat zien dat games als medium toch nog steeds in de kinderschoenen staan”, zegt hij. "Er is nog zoveel mogelijk. Eén vraag is welke games de 'belegen gamers' zoals ik gaan spelen. Games zijn zo vaak op tieners gericht. Maar ik weet zeker dat er interessante dingen gaan gebeuren als je bijvoorbeeld meer doet met menselijke waardes."

Veel games proberen een dramatisch verhaal te vertellen in tussenfilmpjes en dialoogvensters. Maar Willem-Jan vertelt hoe zijn oudste zoon met veel moeite een wolf temde in Minecraft, hoe deze hem vervolgens trouw begon te volgen, en hoe ze samen een band opbouwden. Toen de wolf vervolgens stierf, raakte dat zijn zoon diep. "Doordat alles in het spel door jou is gevormd, heeft het veel meer emotionele waarde."

Hoewel Mojang voorlopig druk is met het doorontwikkelen van Minecraft en wat voorzichtige stappen als speluitgever zet, heeft Markus 'Notch' Persson zijn handen inmiddels vrijgemaakt voor de overtreffende trap van Minecraft. 0x10c wordt een online ruimtesimulatie waarin je vrij bent het universum te verkennen. Ieder ruimteschip is uitgerust met een echt werkende, programmeerbare 16-bit boordcomputer. Notch hoopt dat zijn spelers er helemaal los op zullen gaan; zijn spelers kennende gaat dat absoluut lukken.

Minecraft in de klas
Wereldwijd springen leraren in op de veelzijdige mogelijkheden van Minecraft, zoals de New Yorker Joel Levin. Hij ontwikkelde de mod MinecraftEdu (minecraftedu.com), met de mogelijkheid om leerlingen opdrachten te geven.

Ook Michiel Lucassen, docent aan de X11 School voor Grafimedia in Utrecht, gebruikte Minecraft in de les. Hij merkte dat veel leerlingen het spel thuis speelden en vroeg zich af er iets nuttigs mee gedaan kon worden. Lucassen: "Het doel was simpel: bouw de school na. Al snel waren er taken verdeeld, planningen gemaakt en werd er druk gecoacht. Bijna iedereen deed actief mee, zij het door offline de school op te meten, zij het door het daadwerkelijk te spelen."

Het meest verbaasde hij zich over het verbroederende effect van het spel. "Dit zijn jongens die in de klas erg onbeschoft naar elkaar kunnen zijn. Maar tijdens het spelen waren ze netjes, eerlijk, democratisch, verantwoordelijk en aanspreekbaar. Wie daarvan afweek werd door de anderen meteen geband, waarna ze pas terug mochten als ze hadden belooft nu echt goed aan het werk te gaan."

Tekst = Niels ’t Hooft Beeld: David Spier

Dit artikel verscheen in Bright Magazine 47. Koop 'm online voor maar € 5,75.