Huawei P30 Pro maakt indruk met zijn camera's

Huawei presenteerde dinsdag de P30-smartphones. Bram van Dijk probeerde voor Bright het high-end model, de P30 Pro. Is dit toestel 999 euro waard?

Huawei legt met de nieuwe P30 en de P30 Pro weer de focus op de camera's. Huawei noemt de camera's achterop de P30 een 'Quad Leica Camera' en telt daarmee de nieuwe Time Of Flight-sensor ook als camera mee. Daarmee meet de telefoon afstanden en omtrekken. Ik heb de Huawei P30 Pro een uurtje morgen proberen en mijn conclusie is: de rek van de smartphone-camera is er nog steeds niet uit.

Ultra-zoom

De telefoon heeft als standaard een 40 megapixel camera. Daar komt nu een ultra-wide lens bij en een volledig nieuwe telelens. Deze kan niet twee maar vijf keer inzoomen, omdat er een periscoop is ingebouwd. De camera aan de achterkant is eigenlijk een ruitje waardoor het licht via een spiegeltje naar beneden wordt gestuurd. Hierdoor krijgt de lens meer ruimte en kan hij meer inzoomen.

Een vergelijkbare technologie was onlangs te zien bij Oppo. Dat was alleen nog een prototype, terwijl de P30 Pro nu daadwerkelijk op de markt komt. De belofte is zelfs dat er met de camera's tot tien keer kan worden ingezoomd zonder kwaliteitsverlies. In een eerste test leek het inderdaad aan deze belofte te voldoen.

Daarmee wordt de camera ook een beetje akelig: ik kon zo ver inzoomen dat ik zo in de huiskamers van mensen kon kijken en zien wat iedereen aan het doen was. Het inzoomen tot 50 keer (inclusief digitaal) zorgt voor een hoog spy-cam-gehalte.

Alle drie de lenzen werken zelfs bij het filmen, waarbij de beeldstabilisator de meeste trillingen van de hand er wel uitvist. Indrukwekkend.

Toveren in de nacht

Echt toveren wordt het pas bij de nieuwe nachtfotografie van de P30 Pro. Op een wonderlijke manier kon het een foto maken van een persoon voor een muur, terwijl ik zelf letterlijk geen hand voor ogen zag.

Gek is dat de camera beter werkte in de 'normale' modus; in de nachtmodus was er beduidend minder op de foto te zien.

Mini-notch

De camera is niet het enige nieuwe aan de telefoon, het heeft nu vingerafdrukscanner in het scherm verwerkt en een mini-notch. Toch zou de selfiecamera veilig genoeg zijn voor gezichtsontgrendeling.

Het design is flink aangepast: de schermranden lopen nu af, zowel de voor- als de achterkant. Daarmee heeft het wel een gekke platte boven- en onderkant gekregen, maar het ziet er uit als een premium smartphone. De telefoon komt weer in kekke kleurtjes, dit keer geïnspireerd op de zonsopgang of het noorderlicht.

P30 Pro en goedkopere P30

De specificaties zijn verder prima. Tegelijkertijd is de 'normale' P30, de niet-Pro, ook gepresenteerd. Die heeft van alles best wel wat minder. Geen 5 maar 3 keer zoom, geen TOF-lens en geen draadloos opladen.

De prijzen van de P30 Pro beginnen bij 999 euro. Dat is natuurlijk niet goedkoop. Het toestel concurreert daardoor niet op prijs met de iPhone XS en Samsung Galaxy S10+. De normale P30 kost 749 euro. Later dit jaar komt er nog een Lite-editie, maar daar zijn nog geen details over bekend.

Conclusie:

Mijn eerste indruk van de Huawei P30 Pro is dat je er bijna geen mislukte foto's mee kunt maken, zelfs als je vlug uit de heup schiet. Nachtfotografie lijkt bijna toveren, ver inzoomen werkt goed en kan bijna zonder kwaliteitsverlies. 

Huawei blijft een minder fraaie laag over Android hebben, maar in het uurtje spelen met de Huawei P30 Pro werd ik meerdere keren blij verrast.

Volg het Bright YouTube-kanaal voor meer smartphone-video's