Google gaat internetballonnen eerder dan gedacht inzetten

Google-moederbedrijf Alphabet verbetert hoe het afgelegen gebieden met ballonnen van internet wil voorzien.

Project Loon van de X-divisie van Alphabet wilde eerder voor wereldwijde internetdekking zorgen. Daarvoor wilde X de ballonnen voortdurend in luchtstromen rond de hele wereld laten vliegen. Aan dat plan werd gewerkt met praktijktests met ballonnen met zelflerende software. Die software blijkt veel beter dan verwacht in staat om de ballonnen tussen verschillende luchtstromen te bewegen, meldt X op Twitter.

Daardoor kan Project Loon nu kleinere specifieke gebieden van internet voorzien, zonder dat daar direct een heleboel ballonnen voor nodig zijn. Een paar beschikbare ballonnen stijgen en dalen automatisch tussen de verschillende luchtstromen boven een gebied, en blijven zo rond één plek hangen. De ballonnen, afgeleid van weerballonnen, hangen op tussen de 20 en 30 kilometer hoogte. Ter vergelijking: de meeste passagiersvliegtuigen vliegen tussen de 8 en 12 kilometer.

“We kunnen nu experimenten doen waarin we bepaalde plekken op de wereld met 10, 20 of 30 ballonnen ondersteunen, niet met 200 of 300 of 400 ballonnen”, zegt X-hoofd Astro Teller tegen de pers, meldt Recode. “We hebben zo veel voortgang gemaakt dat we denken dat we mensen veel, veel sneller dan gedacht een bruikbare internetdienst kunnen bieden.” Door die nieuwe insteek is de kans volgens Teller ook groter dat Project Loon winst gaat draaien. Het moet namelijk nog blijken of de ballonnen uiteindelijk goedkoper zijn dan de aanleg van kabels. X schrapte of vertraagde de afgelopen tijd bij een bezuiniging al enkele projecten.