Techbedrijven sturen ons terug naar de 19e eeuw
Commentaar

Techbedrijven sturen ons terug naar de 19e eeuw

03-05-2018 15:11 Laatste update: 05-05-2018 11:49

De techsector zorgt goed voor zijn getalenteerde medewerkers, maar ondermijnt de positie van mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Toen de Volkskrant vorige maand sprak met een voormalige Nederlandse Facebook-moderator ging de aandacht op sociale media vooral uit naar de onbeschoftheid van de Nederlandse Facebook-gebruikers. Nederlanders blijken elkaar veel vaker ziektes als kanker toe te wensen en haatberichten te plaatsen dan bijvoorbeeld Facebook-gebruikers uit Zuid-Europese landen.

Wat door dit debat over de Nederlandse normen en waarden enigszins onderbelicht bleef, was de beloning die de moderatoren voor hun werk ontvangen. De ruim duizend moderatoren die in Berlijn de troep op Facebook opruimen en dag-in-dag-uit worden geconfronteerd met zaken als geweld, kinderporno en automutilatie, verdienen volgens de Volkskrant 8,90 euro per uur. Niet echt veel. Een vuilnisman krijgt een stuk beter betaald dan de mensen die Facebook schoonhouden.

Rijkenlijst

Die belabberde betaling is exemplarisch voor de verhoudingen aan de onderkant van de techsector. De Facebook-moderators zijn namelijk niet de enigen die zwaar werk moeten doen tegen een schamele beloning. Denk maar eens aan Amazon, dat zijn werknemers in distributiecentra voortdurend opjaagt én slecht betaalt. Over de beloning en arbeidsomstandigheden van de werknemers die bij Foxconn onze smartphones in elkaar zetten, hoeven we het al helemaal niet te hebben.

Hoe anders is het aan de top van de techsector. Mark Zuckerberg wist dankzij Facebook een van de rijkste mannen ter wereld te worden – volgens de meest recente rijkenlijst van het zakenblad Forbes staat hij op plaats 5 – en ook de Facebook-ontwikkelaars op het hoofdkwartier in Menlo Park worden vorstelijk beloond voor hun inspanningen om zoveel mogelijk data over alle gebruikers te verzamelen... eh... om de wereld ‘meer open en verbonden’ te maken.

Sterrenkoks

Anders dan in klassieke industrieën is het dankzij de technologische vooruitgang mogelijk geworden om met heel weinig mensen een product te maken waarmee je de wereld verovert. Met nog geen 450 werknemers slaagde Instagram er bijvoorbeeld in om meer dan een half miljard gebruikers te aan zich te binden.

Techbedrijven zorgen doorgaans goed voor de talenten die dergelijk succes mogelijk maken. Ze krijgen een aangename werkomgeving waar je zelf je werktijden mag bepalen en de gratis maaltijden worden verzorgd door sterrenkoks.

Het vervelende of geestdodende werk dat ook moet gebeuren – berichten modereren, producten in elkaar zetten, orders rapen – wordt vaak geoutsourcet. Uber heeft 12.000 mensen in dienst. Dat zijn mensen die de apps ontwikkelen en de marketing verzorgen. Niet de bezorgers die je maaltijd bezorgen of de taxichauffeurs die je van A naar B brengen.

Terug in de negentiende eeuw

Vier jaar geleden trok de Franse econoom Thomas Piketty veel aandacht met zijn 700 pagina’s tellende boek Capital in the Twenty-First Century. Zijn boodschap: we leven weer in een tijd waarin kapitaal meer oplevert dan arbeid. Dat klinkt misschien als een open deur, maar de situatie is ook decennialang anders geweest. Vanaf de Eerste Wereldoorlog tot begin jaren zeventig zagen de rijken hun vermogen afnemen, terwijl arbeiders er juist op vooruit gingen.

Inmiddels zijn we weer terug in de negentiende eeuw. De factor arbeid verliest sinds de jaren zeventig terrein aan de factor kapitaal. En de techsector versterkt dat proces, door de positie van werknemers aan de onderkant te ondermijnen.

Iets meer dan het minimumloon

Vroeger kon je van een baan als taxichauffeur prima rondkomen. Dat gaat vandaag de dag een stuk lastiger, ontdekte Jeroen van Bergeijk die vijf maanden aan de slag ging voor Uber. Met veel moeite verdient hij na een aantal maanden net iets meer dan het minimumloon. Door de slechte betaling door Uber komen ook de salarissen elders in de taxibranche onder druk te staan. Gewone taxichauffeurs krijgen immers minder klanten door de (goedkope) concurrentie van Uber.

Een vergelijkbaar fenomeen doet zich voor bij werknemers die hun boterham verdienen in distributiecentra en magazijnen. Amazon betaalt zijn magazijnmedewerkers slechter dan concurrenten en trekt op die manier ook de beloningen elders naar beneden, zo blijkt uit een analyse van het Britse weekblad The Economist, toch bepaald geen socialistisch schotschrift.

Huizenbezitter

Wie kapitaal heeft, profiteert ondertussen van de nieuwe tijd. Bijvoorbeeld door de afgelopen jaren te beleggen in de techsector. De vijf meest waardevolle bedrijven van dit moment zijn allemaal techbedrijven: Apple, Alphabet, Microsoft, Amazon en het Chinese Tencent.

Ben je een huizenbezitter, dan kun je binnenlopen door je bezit te verhuren via Airbnb. Wie dat een beetje goed aanpakt, verdient daarmee binnen een paar dagen al net zoveel als een Facebook-moderator die het met 1500 euro per maand moet doen.

Bijkomend voordeel: je wordt niet de hele dag geconfronteerd met Nederlanders die elkaar voortdurend een ziekte toewensen.