Airbus, Siemens en Rolls-Royce werken aan hybride vliegtuig

Drie van de grootste bedrijven ter wereld hebben de handen ineen geslagen om een hybride passagiersvliegtuig te bouwen.

Het Duitse Siemens, het Britse Rolls-Royce en het Europese luchtvaartconcern Airbus willen in 2020 een prototype klaar hebben van een jet met drie traditionele motoren en een elektrische motor. Het vliegtuig waarmee dit getest gaat worden is een viermotorige BAe 146 voor korte afstandsvluchten.

De elektrische motor wordt aangedreven met elektriciteit die met een turbine aan het vliegtuig wordt opgewekt. Volgens de bouwers zijn hybride vliegtuigen belangrijk voor de toekomst van de luchtvaart. Ze stoten minder CO2 uit en zijn minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, schrijven de bedrijven.

Rolverdeling

Siemens gaat de elektrische motor bouwen die twee megawatt elektriciteit moet opwekken om de vliegtuigmotor aan te drijven. Rolls-Royce, dat vliegtuigmotoren maakt, ontwerpt de generator die de stroom moet opwekken en produceert de vliegtuigmotoren. Vliegtuigbouwer Airbus zorgt ervoor dat alles een werkend geheel wordt. Als de tests goed gaan, wordt het vliegtuig vervolgens uitgerust met twee elektrische motoren en twee verbrandingsmotoren.

Onderzoek naar effecten

Het E-Fan X project zal niet zomaar succesvol zijn, denken de bedrijven. Doel is onder meer om te onderzoeken hoe een hybride aandrijving bestand is tegen warmte, hoogte en plotselinge bewegingen in de lucht. 

Siemens en Airbus zijn geen onbekenden van elkaar als het gaat om hybride vliegtuigen. De twee bedrijven werkten al samen aan een hybride toestel dat in 2030 voor het eerst de lucht in moet gaan. Daarnaast hebben de twee bedrijven samen de E-Fan gebouwd, een toestel voor twee personen.