Duurtest: Porsche 911 Carrera S cabrio

Duurtest: Porsche 911 Carrera S cabrio

29-07-2013 08:50 Laatste update: 28-04-2018 10:57

In onze duurtest vol cabrio's deze week de 911 Carrera S. Alleen al lekker om hardop te zeggen.

Na de Mini Cooper S cabrio en de Opel Cascada volgt nu de 911 Carrera S. Het grote verschil met de voorgangers: meer power, meer drama en meer jaloerse blikken. De 911 cabrio heeft bovendien het beste van de Cooper S en de Cascada. Het is een heerlijke auto om met knallende uitlaat aan te remmen en dan zo hard mogelijk een bocht om te gooien, maar het is ook een verfijnde cruiser.

In de standaardsetting is de wagen verfijnd, stil, comfortabel en toch snel. Zet hem in de Sport Plus-stand en je hebt een dragracer met leren stoelen. Een kart met een voorruit. De sportstand, daar tussenin is de gulden middenweg: de auto blijft niet tot 7000 toeren in de versnelling hangen, maar boemelt ook niet met 1000 toeren in de zesde versnelling bij 60 kilometer per uur.

Ten opzichte van de Cascada schiet de Porsche op één punt wel tekort: de ruimte achterin. Die 6 cilinder boxermotor moeten ze ergens kwijt en als gevolg zijn de achterstoeltjes meer een soort krukjes qua comfort. Te smal voor een zitverhoger ook nog eens en dus ga je er niet meer dan een half uurtje met iemand achterin in rijden. De bagageruimte in de Porsche houdt ook niet over. Wie zo'n auto niet kan betalen, denkt dan: wat maakt het uit. Maar wil je een weekje op skivakantie, dan moet je slim inpakken.

De vakantiespullen kon ik met moeite kwijt.

Maar twee zakken van 25 kilo snelbeton gingen moeiteloos terug naar de bouwmarkt.

De 911 heeft, zoals elke Porsche, overal knoppen voor. Geen controllers waarmee je subsubmenu's in moet om de toonhoogte van de uitlaat in te stellen, maar een knop om 'klik' de uitlaat in sportstand te zetten. Heerlijk. Ben je eenmaal gewend aan alle knoppen dan vind je moeiteloos je weg en kun je alles rap bedienen. Het touchscreen waarop je navigatie en telefoon bedient, is ook bijzonder intuïtief.

Slechts een smet op het blazoen wat mij betreft: de bediening van het pookje achter het stuur. Onze auto had het sportstuur en die heeft hele mooie schakelpaddles, maar geen knoppen op het stuur. De bediening van de boordcomputer en het schermpje tussen de klokken gebeurt daarom met een stokje dat naar voren en achteren en van boven naar onder kan. Je hand staat in een onlogische stand en ik heb er drie minuten over gedaan om uit de stopwatch in de navigatie terecht te komen.

Een duivels dilemma is dat: want de schakelknoppen op het alternatieve stuur voelen niet zo fijn als de paddles op deze. Ik prijs me dan ook gelukkig dat ik de 170.000 euro die deze auto kost niet in de zak heb branden. 140.000 voor de kale cabrio en de rest zit onder andere in de sportuitlaat, velgen, sport chrono pakket, sportstoelen, Bose setje en navigatie.

Zelfs onder een kleedje is het een schoonheid.

Wie dat geld wel uit wil geven aan een auto in deze klasse, koopt een icoon en de meest voor de hand liggende optie. Met de voor- en nadelen die daar bij horen. Persoonlijk dacht ik twee weken geleden nog: als ik ooit een 911 kan kopen, wordt het een coupé. Dat prachtige silhouet wordt immers een beetje een badkuipje als je het dak eraf haalt. Maar na een week in deze auto, met het genot van de wind in de haren, de zon op de toet en vooral het heerlijke geroffel van de boxermotor in de oren, begin ik te twijfelen. Vanachter het stuur is de cabrio een fijnere auto dan de coupé.

Mijn zoontje zal dat overigens een zorg zijn, die doet niet aan vergelijkende tests. Maar omdat het vakantie is wilde hij wel degelijk even een joetjoep-filmpje maken met de 911. Hier is zijn impressie:

Volgende week
Vanaf volgende week rijden we de afsluiter van de serie cabrio's: de Citroën DS3.