Kamer wil opheldering over dreiging drones
Drones

Kamer wil opheldering over dreiging drones

14-05-2018 13:45 Laatste update: 16:18

Partijen in de Tweede Kamer willen opheldering van de minister over de forse toename van het aantal bijna-botsingen tussen vliegtuigen en drones. Regeringspartijen VVD en CDA willen dat er veel beter wordt gehandhaafd. De VVD wil dat de minister kijkt naar een uitbreiding van de no-fly-zones.

De VVD heeft mondelinge vragen aangemeld over de dreiging van drones. "We zien veel kansen in innovatie met drones. Amateurisme in de lucht is daardoor wel een bedreiging", zegt VVD-Kamerlid Remco Dijkstra. De VVD wil de minister onder meer vragen om de no-fly-zones uit te breiden.

Het aantal bijna-botsingen tussen vliegtuigen en drones in het Nederlandse luchtruim is afgelopen jaar fors toegenomen. In 2017 werden zes ernstige incidenten gemeld waarbij toestellen ternauwernood een drone konden ontwijken. Het ging voor het eerst ook om grote vliegtuigen, zoals een Boeing 737 van Transavia, zo blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws.

Het CDA wil dat er veel strenger gehandhaafd wordt. "Veiligheid op en nabij vliegvelden heeft te allen tijde prioriteit", laat Mustafa Amhaouch namens het CDA weten. "Daarom wil ik van de minister weten welke regels er nu gelden en welke wijzigingen er de laatste twee jaar zijn geweest. Belangrijkste voor het CDA is dat er veel strenger moet worden gehandhaafd."

Strengere handhaving

D66 ziet een andere oplossing. Die partij wil dat drones worden uitgerust met software waardoor ze simpelweg niet kunnen vliegen waar ze niet mogen vliegen. "De drone vliegt dan automatisch weg van bijvoorbeeld vliegvelden", zegt D66-Kamerlid Jan Paternotte. "Daarmee voorkomen we ongelukken nu steeds meer mensen en bedrijven met drones vliegen."

Al in 2016 gewaarschuwd

Piloten waarschuwden in 2016 al dat strengere regels voor het gebruik van drones noodzakelijk zijn. Die zorgen blijken niet onterecht, wanneer een jaar later zes toestellen aan een botsing blijken te zijn ontsnapt.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid bestempelt de voorvallen elk als 'ernstig incident', wat betekent dat de omstandigheden hadden kunnen leiden tot een ongeval. Maar bij het uitblijven van een spoor van de dronebestuurders, blijft het bij een waarneming en gaan de daders vrijuit.