Dit moet de Europese netneutraliteit wél sterk maken
De Europese netneutraliteitswet moet open en eerlijk blijven, maar daar zijn drie richtlijnen voor nodig.
Om het internet open en eerlijk te houden, moeten de telecomtoezichthouders drie belangrijke richtlijnen doorvoeren in de Europese netneutraliteitswet. Dat stelt een groep van 73 burgerrechtenorganisaties.
De organisaties, waaronder Bits of Freedom, hebben een brief (pdf) gestuurd aan de telecomtoezichthouders waarin zij hun zorgen over de Europese netneutraliteit uiten. De toezichthouders onderhandelen momenteel over de verdere invulling van de netneutraliteitswet, die in oktober van vorig jaar werd aangenomen.
Netneutraliteit betekent in zijn puurste vorm dat internetproviders geen internetdiensten of -toepassingen mogen belemmeren. Alle data moeten gelijk worden behandeld. In Nederland werd er al een sterke netneutraliteitswet gehanteerd, maar die wordt vervangen door de minder sterke Europese versie.
Om de Europese netneutraliteitswet zo sterk mogelijk te maken, pleiten de burgerrechtenorganisaties voor het doorvoeren van drie belangrijke richtlijnen.
1. Geen zero-rating-diensten
Volgens de Europese netneutraliteitswet mogen providers zogeheten zero-rating-diensten invoeren. Dit betekent dat je bijvoorbeeld Spotify mag gebruiken zonder dat de app data uit je databundel verbruikt. Klinkt mooi? Is het niet, want dit zorgt voor oneerlijke concurrentie op de markt, vinden de organisaties. Een andere muziekstreamingdienst kan door de zero-rating-wet lastiger concurreren met Spotify.
2. Gespecialiseerde diensten strak regelen
In de Europese netneutraliteitswet wordt gesproken over gespecialiseerde diensten die in sommige gevallen voorrang krijgen op het netwerk. Volgens de burgerrechtenorganisaties is deze term veel te breed omschreven, waardoor het voor een internetprovider mogelijk wordt om zijn eigen videodienst voor te trekken. Dat staat volgens de organisaties haaks op de netneutraliteit.
3. Data niet beoordelen op categorie
In de Europese netneutraliteitswet staat dat internetproviders mogen ingrijpen op het moment dat ze verwachten dat er te weinig dataverkeer beschikbaar is voor klanten. Ze kunnen dan bijvoorbeeld het webverkeer voorrang geven op torrentverkeer, om het internetgebruik het beste te reguleren. Daarmee wordt het andere verkeer als tweederangs bestempeld en zouden er systematisch diensten kunnen worden benadeeld.
De telecomtoezichthouders publiceren op 30 augustus van dit jaar de definitieve richtlijnen voor de Europese netneutraliteitswet. "Jullie stellen de grenzen en waarborgen in voor de toekomst van het Europese internet", schrijven de organisaties in hun brief. "En moeten ervoor zorgen dat Europa niet wereldwijd wordt benadeeld door concurrentiebeperkende praktijken."