Schone auto's van de toekomst, dankzij mierenzuur en vlas

Eindhovense studenten maken auto's van planten en laten ze rijden op mierenzuur.

Een studententeam van de TU Eindhoven presenteerde vorige week uitvindingen voor schone auto's op de innovatiebeurs Hannover Messe. Het Team FAST werkt aan de brandstof mierenzuur, een soort vloeibare vorm van waterstofgas. Een ander team bouwt een auto van vlas. Ze trokken een hoop internationale aandacht.

De grote aanwezigheid van Aziatische zakenmensen valt op. Uit die hoek is er vergaande interesse voor mierenzuur en de motor die op de brandstof draait, vertelt Max Aerts, teammanager van Team FAST: "We hebben twintig tuktuks verkocht aan India. Die gaan op mierenzuur rijden. Daar zijn we heel trots op."

Vrachtwagens en schepen

Het lijkt erop dat de automobielindustrie heeft gekozen voor de elektrische auto als auto van de toekomst. Waarom dan toch een brandstof als mierenzuur ontwikkelen? "Omdat voor sommige voertuigen accu's niet werken", legt Aerts uit. Zware voertuigen als trucks, bussen en zelfs grote schepen hebben zo veel accu's nodig, dat ze onnodig zwaar worden.

Om dan toch CO2-vrij te rijden, is mierenzuur dat op de markt wordt gebracht onder de merknaam Hydrozine, een oplossing. Omdat het vloeibaar is, kan het gemakkelijk en veilig getankt worden. Dat is volgens de studenten het grote voordeel ten opzichte van waterstofgas.

In eigen land is de Eindhovense bussenbouwer VDL geïnteresseerd. Samen met Team FAST wordt een grote stadsbus op mierenzuur gebouwd. Die wordt het komende kwartaal gepresenteerd, waarna die de weg op kan.

Maar gaan we hun brandstof straks ook in normale auto's zien? Dat zou goed kunnen, denkt Aerts. "Voor kleine afstanden in de stad is een accu voldoende. Dat in combinatie met een range extender op mierenzuur voor lange afstanden zou de ideale situatie zijn."

Auto gemaakt van planten

Maar met alleen een schone motor en brandstoftank heb je natuurlijk weinig aan een auto. Hoe krijg je een chassis en carrosserie ook groener? Door plantaardige materialen te gebruiken, denken de studenten die bouwen aan de auto Lina.

De belangrijkste grondstof is vlas. Geen glasvezel, maar vlasvezel dus. Een lokale plant, volgens de studenten, want bijna alle vlas ter wereld komt uit het gebied tussen het zuiden van Nederland en het noorden van Frankrijk. Voor het chassis wordt verder een bioplastic geproduceerd, bestaande uit 100 procent suikerbiet. "Het produceren van aluminium uit staal kost vijf tot zes keer meer energie. Vlas is licht, sterk en duurzaam. We winnen hiermee allemaal", vertelt teammanager Quinten Oostvogel.

Onderzoek naar de kreukelzone

Toch klinkt het misschien wat onveilig, een auto gemaakt van vlas en suikerbiet. Met 130 kilometer per uur de vangrail in is natuurlijk nooit een goed idee, maar Oostvogel geeft toe dat het materiaal aan de buitenkant dat ook niet kan hebben, al kan het chassis volgens hem wel veel klappen kan opvangen.

Lina, zoals de auto heet, wordt nu ontwikkeld. Pas als die er is, kan er onderzoek worden gedaan naar bijvoorbeeld de kreukelzone. Maar dat de duurzame techniek veilig is, blijkt wel uit het feit dat de RDW het goedgekeurd heeft. "We zijn er klaar voor om dit op grote schaal te gebruiken."