PRISM-break: PRISM slechts onderdeel van afluisterpraktijken

PRISM-break: PRISM slechts onderdeel van afluisterpraktijken

18-06-2013 05:07 Laatste update: 28-04-2018 11:28

Jeroen Buiter

PRISM blijkt maar een klein onderdeel te zijn van een veel groter afluisterapparaat, zo blijkt uit onderzoek van Associated Press.

Internetverkeer van en naar Amerika blijkt op veel grotere schaal te worden afgetapt dan tot nu toe bleek uit de onthullingen van Edward Snowdon. Data wordt rechtstreeks van de 'internet-ruggegraat' getapt, de glasvezelkabels waarmee internetverkeer de wereld rond gaat. PRISM is slechts een manier om data van specifieke personen in de enorme berg ruwe data te vinden.

Volgens het onderzoek van AP gebruikt de NSA de informatie die verkregen wordt van de internetbedrijven door PRISM, om namen en emailadressen te koppelen aan de informatie die rechtstreeks van de glasvezelkabels wordt afgetapt. In die zin zouden de technologiebedrijven de waarheid gesproken kunnen hebben toen ze zeiden dat ze alleen specifieke gebruikersinformatie verstrekten na een gerechterlijk bevel. Meer heeft de NSA ook niet nodig, het beschikt immers al over de afgetapte data. De informatie verkregen door PRISM geeft de NSA puur een idee over waar ze moeten zoeken.

De NSA tapt al sinds de jaren '70 onderzeese internet- en telefoonkabels af. Volgens de wet mag de NSA alleen buitenlands verkeer aftappen, verkeer binnen Amerika mag alleen door de FBI worden afgetapt. Daar is bovendien een gerechterlijk bevel voor nodig.

Ondanks dat gegeven werd de NSA na de aanslagen van 11 september 2001 in het geheim toegestaan om de glasvezelkabels die van en naar Amerika lopen af te tappen. Via die kabels kan de NSA e-mails, telefoon, videochats, websites, banktransacties en nog veel meer volgen. Zonder gerechterlijk bevel.

In 2006 onthulde een medewerker van het Amerikaanse telefoniebedrijf AT&T dat het bedrijf toestemming gaf aan de NSA om een computer te plaatsen in een verdeelcentrum in San Fransico, een van de plekken waar de internet-glasvezelkabels Amerika binnen komen. Die onthulling zorgde voor een verhit debat in de Senaat, maar de regering verschool zich achter het gebruikelijke verhaal dat dit nodig was om de veiligheid van Amerika te waarborgen.

Volgens de overheid werd het binnenlandse verkeer niet bekeken, maar overheidsmedewerkers die bekend zijn met het proces zeiden dat de gegevens wel ergens op een aparte computer opgeslagen werden. Mocht dan in de toekomst blijken dat daar belangrijke informatie tussen zit, kon die data alsnog doorzocht worden. Hoe lang die gegevens opgeslagen blijven is niet duidelijk. In 2007 stopte de regering met deze manier van informatievergaring, maar lanceerde tegelijkertijd een nieuwe wet: de Protect America-act.

Die wet zorgde ervoor dat het aftappen zonder gerechterlijke bevelen gewoon door kon gaan, maar de NSA moest wel van tijd tot tijd tekst en uitleg geven over doelen en gebruikte technieken aan een geheim gerechtshof in Washington. Het plan werd goedgekeurd door het Congres, maar Barack Obama, toen nog Senator, stemde tegen. Hij zat toen nog volop in de race voor het presidentschap.