Privacyzaak: Microsoft versus VS om verstrekken e-mails

Waar gaat deze zaak over?

De zaak speelt sinds 2013, toen de Amerikaanse officier van justitie van Microsoft eiste dat het bedrijf e-mails van een Hotmail-gebruiker overhandigde. Die gebruiker is een verdachte in een drugshandelzaak, en zijn e-mails staan op een server in een Iers datacenter. Microsoft weigert die e-mails te geven; volgens de techgigant mag de Amerikaanse overheid niet zomaar bewijs in beslag nemen dat op een buitenlandse server staat. 

​Waarom is deze zaak zo belangrijk?

De uitspraak in deze zaak bepaalt of er volgens de VS digitale landsgrenzen bestaan. Kan een Amerikaans bedrijf worden verplicht om data te overhandigen die bijvoorbeeld in Europa staan opgeslagen, puur omdat het bedrijf is gevestigd in de VS? Of moet de Amerikaanse overheid een juridisch verzoek doen aan het land waar de data staan opgeslagen? 

"Deze zaak is heel interessant", zegt Nick Vrugt, it-jurist bij Lawfox. "In de aankomende Europese privacywet staat heel duidelijk dat wat de Amerikaanse overheid wil in Europa verboden is." Stel dat het Gerechtshof Microsoft verplicht om de e-mails over te dragen, dan overtreedt het Ierse hoofdkantoor van Microsoft de Europese wetgeving. 

"Het wordt een belangrijke uitspraak, want we leven in een tijd waarin heel veel van onze gegevens in de cloud zijn opgeslagen. In Europa gelden strenge privacyregels en we zijn daardoor in zekere mate beschermd. Het zou niet zo moeten zijn dat onze gegevens dan alsnog moeten worden verstrekt aan een land waar ze die bescherming niet of nauwelijks hebben."

Wat zegt Microsoft Nederland?

RTL Z sprak met Jochem de Groot, hoofd corporate affairs bij Microsoft Nederland, over deze zaak: "We vinden het heel belangrijk dat in een digitale wereld landsgrenzen blijven gelden. Klanten moeten informatie kunnen opslaan in bepaalde regio's, wetende dat ook daar echt de lokale wetgeving van toepassing is."

Wat oordeelde de rechter eerder?

Bij de allereerste rechtszaak in 2014 oordeelde de rechter dat een Amerikaans bedrijf gewoon informatie moet overdragen als de overheid daarom vraagt, ongeacht waar de gegevens opgeslagen staan.

Twee jaar later boog een hogere rechter zich over de zaak, die oordeelde dat Amerikaanse bedrijven niet kunnen worden gedwongen om data vrij te geven die in het buitenland staan opgeslagen. "Overheden kunnen niet willekeurig over de grenzen heengaan omdat ze denken dat ze bedrijven daartoe kunnen dwingen", schreef privacyorganisatie Open Rights Group na de uitspraak. 

Beide partijen werden doorverwezen naar het Hooggerechtshof, dat oktober vorig jaar aankondigde de zaak te gaan behandelen.

Wanneer komt er een oordeel?

De uitspraak van het Hooggerechtshof wordt deze zomer verwacht.