Groener bij de buren: 25 procent van Duitse energie is duurzaam
Buurland Duitsland genereert inmiddels 25 procent van alle energie uit duurzame bronnen.
Nederland loopt vreselijk achter als het gaat om duurzame energie. Onze Duitse buren timmeren al jaren aan de weg om zoveel mogelijk energie uit duurzame bronnen te genereren. Volgens een artikel in het tijdschrift IEEE Power & Energy haalt Duitsland al een kwart van de elektriciteit uit herwinbare energiebronnen, waaronder zonnepanelen. Verbijsterende cijfers in vergelijking met Nederland. Volgens het CBS haalden wij in 2011 slechts iets meer dan 4 procent uit duurzame energie.
De capaciteit van de PV zonnepanelen in Duitsland is volgens de auteur van het artikel 31GW. Dat is het equivalent van zes tot tien standaard kernreactoren. Het gaat vooral om relatief kleine installaties van zonnepanelen met een capaciteit van minder dan 30kV die je in weilanden maar vooral ook op huizen, boerderijen en daken in het zuiden van Duitsland ziet. Deze kleine tot mediumformaat installaties zijn allemaal aangesloten op een laag-voltagenetwerk en zijn goed voor 70 procent van alle stroom opgewekt door zonnepanelen in Duitsland. Deze zonnepanelen alleen al kunnen tot een veertig procent van de stroom leveren tijdens de piekuren.
Hoewel de zon voor niets schijnt, betalen de Duitsers wel een hogere prijs voor hun schone energie. Gemiddeld kostte een Duits Kwh in 2012 28 eurocent. Dat is bijna twee keer zo hoog als wat een Fransman betaalt. Die krijgt echter zijn energie voornamelijk uit de kernreactor. Vergelijk je het echter met Nederland dan is het verschil niet meer zo groot. Wij betalen als consument ongeveer 22 eurocent per kwh. Dat is slecht een verschil van 6 cent.
Hoewel Duitsland met zijn schone energiebeleid ieder ander land de loef afsteekt, is het niet alleen maar rozegeur en zonneschijn. Het managen van al deze afzonderlijke zonnepaneel-installaties in combinatie met andere herwinbare energiebronnen zoals windenergie is een technische nachtmerrie. Zonne-energie en windenergie zijn niet constant en afhankelijk van moeder natuur. In de praktijk blijkt dat Duitse energiebeheerders het onderste uit de kast moeten halen om te voorkomen dat ze geen regelmatige uitvallen van het elektriciteitsnetwerk hebben. Als de wind bijvoorbeeld fors fluctueert, moeten conventionele elektriciteitscentrales voortdurend aan- en uitgezet worden om het verschil op te vangen. Die abrupte omschakeling heeft al tot de nodige uitvalproblemen geleid.
Ondanks de nodige kritiek op het Duitse energiebeleid zou Nederland wel eens vaker bij de buren mogen aankloppen voor informatie. De EU heeft als doel dat 20 procent van Europa’s energie in 2020 duurzaam is. In de praktijk gaan we dat niet halen en is 12 tot 15 procent een realistischer doel, zeker als landen als Nederland op dit moment nauwelijks de 5 procent halen.