internetten tijdens werktijd ontslagen ontslag
Surfen tijdens het werk

Toch geld voor ontslagen verkoopster die zat te internetten

18 juli 2018 om 10:41
Laatste update: 18 juli 2018 om 10:46

De Amsterdamse modeboetiek VLVT mocht een verkoopster die in de winkel zat te internetten, toch niet zomaar ontslaan. Dat betekent niet dat iedereen die tijdens werktijd voor privédoeleinden op internet zit, nu rustig adem kan halen.

In april 2017 ontsloeg winkeleigenaar Hugo Vis de verkoopster op staande voet, toen hij haar betrapte op het gebruik van internet in zijn boetiek aan de Amsterdamse Cornelis Schuytstraat. Uit de gegevens van de kassaterminal waarmee zij op internet zat, bleek dat er een half uur op het web was gesurft.

De medewerkster stapte vervolgens naar de rechter om haar ontslag aan te vechten. De kantonrechter oordeelde afgelopen herfst dat het ontslag terecht was, en dat de medewerkster kon fluiten naar een vergoeding. Nu blijkt dat de verkoopster tegen dat vonnis in hoger beroep is gegaan. Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak, blijkt dat het Amsterdamse Hof haar onlangs deels gelijk heeft gegeven.

Klanten in de winkel

Volgens de verkoopster was haar alleen verboden om te internetten als er klanten in de winkel waren. Volgens de winkeleigenaar was dat ook het geval, toen zij op het web zat. De verkoopster ontkende dat er klanten aanwezig waren.

Omdat de modeboetiek voor de rechtbank niet kon bewijzen dat er wel degelijk klanten aanwezig waren, vernietigde het Hof het ontslag op staande voet. 

De verkoopster wilde terugkeren bij de winkel, maar het Hof vindt die eis te ver gaan. De rechter tekende namelijk aan dat de verkoopster destijds wel via de rechter ontslagen had kunnen worden, op basis van haar internetgedrag en eerdere incidenten.

"Het feit dat zij in april 2017 een half uur voor privédoeleinden via de kassa van de winkel het internet heeft geraadpleegd, zou gezien het beleid van de winkel op dit punt en gelet op de verschillende incidenten en waarschuwingen aan haar adres een redelijke grond voor ontbinding hebben opgeleverd." Dat betekent dus dat de rechter wel degelijk vindt dat internetten tijdens werktijd reden voor ontslag kan zijn.

Schadevergoeding

Maar omdat de winkel dus niet kon bewijzen dat er klanten in de winkel waren, en dat als de reden had genoemd voor het ontslag op staande voet, moet het bedrijf de verkoopster een schadevergoeding van 2500 euro en een ontslagvergoeding van ruim 1200 euro betalen. Ook moet de winkel haar de juridische kosten van ruim 2600 euro vergoeden.

René Jonen, advocaat van de winkeleigenaar, vindt de uitspraak 'verrassend' en op punten onlogisch. "Principieel zou je misschien in cassatie willen gaan, maar gezien de bedragen waar het om gaat, is dat niet verstandig. Aan een procedure voor de Hoge Raad ben je al snel drie zoveel aan kosten kwijt."

Advocaat Jan Overes van de winkelverkoopster was onbereikbaar voor commentaar.

Lees meer over:

Deel via