Staat mijn kind ertussen? En 4 andere vragen over het kinderporno-netwerk
In ondergrondse online kinderpornonetwerken worden misbruikbeelden van honderden Nederlandse kinderen gedeeld. RTL Nieuws beantwoordt de vijf belangrijkste vragen over deze netwerken.
1. Wat doet de politie aan deze netwerken?
De politie houdt de netwerken in de gaten en analyseert of er nieuwe beelden van slachtoffers van seksueel misbruik worden toegevoegd. Als dat gebeurt, dan is het van belang om het kind uit de misbruiksituatie te helpen en de dader op te sporen. Ook richt de politie zich op de kopstukken binnen deze netwerken. Deze kopstukken faciliteren het misbruik doordat ze andere leden helpen anoniem te blijven. Hoe belangrijker een lid is binnen een netwerk, hoe hoger de prioriteit om het op te sporen.
2. Waarom haalt de politie deze netwerken niet gewoon offline?
Op het dark web, het verborgen deel van het internet, zijn websites net als zijn bezoekers veelal anoniem. De opsporingsdiensten weten daardoor lang niet altijd op welke webserver een website wordt gehost – in tegenstelling tot het normale internet, waar je veel gemakkelijker de stekker uit een website kunt trekken. Het kost tijd en energie om te proberen zo'n kinderpornoforum op het dark web op te sporen, en soms duurt zo'n operatie jaren.
Undercover in Nederlandse kinderpornonetwerken:
3. Hoe weet ik of mijn kind ertussen staat?
Dat is eigenlijk onmogelijk zonder zelf deze netwerken te doorzoeken, en dat is illegaal. Daarom is er geen mogelijkheid om na te gaan of jouw kind in zo'n netwerk te vinden is. Als de politie een slachtoffer op misbruikbeelden herkent, wordt contact opgenomen met de familie.
4. Kan ik seksueel misbruik bij mijn kind herkennen?
Dat is lastig: volgens het Centrum Seksueel Geweld toont 30 procent van de kinderen die seksueel zijn misbruikt geen signalen. Maar er zijn volgens Slachtofferhulp wel enkele mogelijke indicaties:
- Slaapproblemen, bang in het donker, nachtmerries, extreme angst voor 'monsters'.
- Verlies van eetlust, eetproblemen, voortdurend buikpijn zonder duidelijke reden.
- Plotselinge wisselingen in de stemming van het kind: boos of teruggetrokken gedrag bij een kind dat meestal vrolijk is.
- Angst voor bepaalde mensen: het kind wil niet alleen gelaten worden met een oppas, kennis of familielid.
- Angst voor bepaalde plekken.
- Een ouder kind dat zich gedraagt alsof het jonger is en bijvoorbeeld weer gaat bedplassen, duimzuigen of heel eenkennig wordt.
- Niet willen praten over een 'geheimpje' dat het kind met een volwassene heeft.
- Praten over een nieuwe, oudere vriend en daar vaak op bezoek gaan.
- Plotseling veel zakgeld hebben.
- Seksueel gedrag dat niet bij de leeftijd past.
Als je denkt dat je kind slachtoffer is van seksueel misbruik, is het belangrijk daarover te praten. Omdat elke situatie anders is, gelden onderstaande tips opnieuw als algemene adviezen:
- Houd de mogelijkheid open dat er iets anders aan de hand is. Vraag eerst of er iets is gebeurd en niet gelijk wat er is gebeurd.
- Stel open (vervolg)vragen, zoals 'Hoe was het logeren bij Wim? Wat was er leuk? Waren er ook dingen niet zo leuk? En wat dan?'
- Als een kind zelf aangeeft dat er iets is gebeurd, nodig het kind dan uit om meer te vertellen: 'Je zei dat Wim aan je had gezeten, vertel daar eens over? Vertel eens wat is er gebeurd.'
- Geef geen sturende informatie en stel geen sturende en beïnvloedende vragen, zoals 'Heeft hij dit...? Heb jij....? Zei hij...? Deed het pijn?'
- Geef het kind de ruimte om te vertellen, maar overlaad het niet met vragen. Laat een verhoor over aan de experts.
- Blijf concreet en probeer antwoord te geven op de vragen van het kind. Dit betekent dat u bijvoorbeeld eenvoudige seksuele voorlichting geeft op een manier die het kind begrijpt.
- Geef het kind de ruimte te praten over wat hij of zij wil vertellen. Forceer niet als het kind niet verder wil praten.
Volgens Slachtofferhulp is het belangrijk dat ouders hun eigen emoties zo veel mogelijk buiten het gesprek houden, en het kind volledig steunen:
- Probeer om uw bezorgdheid, boosheid of oordeel niet te laten doorklinken. Zo voelt het kind zich vrijer om te vertellen. Als dit lastig is, vraag dan hulp van een expert zoals Veilig Thuis.
- Het is belangrijk dat u uw eigen gevoelens kunt delen. Bespreek dit bijvoorbeeld met een familielid, een vriend of vriendin, of uw huisarts.
- Een kind moet het gevoel krijgen dat hij of zij geen schuld heeft. Word dus niet boos als het kind niet meteen vertelt wat er is gebeurd.
- Zorg dat het kind zich veilig en gesteund voelt.
- Maak duidelijk dat alleen de pleger, de volwassene, verantwoordelijk is voor wat er is gebeurd.
5. Wat kan ik nog meer als ouder doen?
In de netwerken worden ook veel naaktbeelden gedeeld die door kinderen zelf zijn gemaakt. Volgens Arda Gerkens van het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) is het daarom belangrijk met je kind te praten over seksualiteit en internet: "Veel ouders begrijpen niet dat kinderen al op vrij jonge leeftijd met hun seksualiteit bezig zijn en daarmee experimenteren op internet. Dat brengt risico's met zich mee."
Volgens Gerkens weten kinderen dat ze binnen een paar minuten op chatwebsites een blote man tegen kunnen komen. "Dan gaan ze giechelen en lachen, maar het brengt ook spanning met zich mee. Vroeger ontdekten we onze seksualiteit in de bosjes, nu kunnen daar beelden van worden gemaakt – en al helemaal als zo'n man op hen inpraat."
Het is altijd een beetje lastig om met je kind over seks te praten, vertelt Gerkens. "Maar het is verstandig om het hier vanaf hun vijfde of zesde al over te hebben. Je kunt alles goed hebben geregeld, maar misschien gaat je kind wel op de computer bij een vriendje, en dan heb je er geen zicht op. Hun seksuele nieuwsgierigheid is aanwezig en deze misbruikers weten daar haarfijn op in te spelen."
Gerkens raadt aan om internet als onderwerp te bespreken aan tafel, net als school en spelen met vriendjes: "Dan vraag je: hoe was het op de computer? Je houdt daarmee de communicatie open naar online gebeurtenissen. Ga open het gesprek aan, door bijvoorbeeld te vragen wat je kind zou doen als het een blote man op internet ziet. En het is belangrijk dat je een kind niet veroordeelt voor een fout. Niet zeggen: 'Ik heb het nog zo gezegd!' Kinderen maken fouten, daarvoor zijn het kinderen."