Ruimtevaartorganisaties NASA en ESA hebben het prototype van de LISA-ruimtelaser onthuld, die op zoek moet gaan naar de zeer moeilijk waar te nemen gravitatiegolven.
Het bestaan van gravitatiegolven werd al in 1916 door Albert Einstein voorspeld, op basis van zijn relativiteitstheorie. Zulke golven zouden bijvoorbeeld optreden als twee zwarte gaten botsen, maar zijn moeilijk waar te nemen. ESA en NASA willen dat gaan doen met een systeem in de ruimte. Het eerste prototype van de laser is nu onthuld.
Om gravitatiegolven waar te nemen, staat in Italië al de Virgo-detector, een systeem met twee 3 kilometer lange haaks haaks geplaatste buizen waardoor een gesplitste laserstraat op spiegels wordt geschoten.
Zonder gravitatiegolven zouden beide laserstralen precies even snel door de buis reizen. Maar als er een golf passeert, wordt de ruimte in de ene buis heel kort een fractie groter, waardoor een van de laserstralen iets langer over zijn reis doet.
Zeer nauwkeurige richtlijnen
Ongeveer zo werkt het nieuwe LISA-systeem van NASA en ESA ook, maar dan op veel grotere schaal. Er worden drie satellieten gelanceerd die in een driehoeksopstelling in de ruimte komen te hangen. Elke zijde van die driehoek is precies 2,5 miljoen kilometer lang.
Net als bij de Virgo-detector wordt ook bij het LISA-systeem een laser gereflecteerd. Omdat de afstand veel groter is, zijn zwaartekrachtsgolven beter te detecteren. De laser wordt rond geschoten, en vormt zo een constant signaal. Verandert dat signaal, dan is er een gravitatiegolf gedetecteerd.
Daarvoor zijn wel zeer precieze lasers nodig, die volgens strikte richtlijnen zijn gebouwd. De eerste proeven met de prototype-laser waren veelbelovend, en voldoen al aan bijna alle specificaties.
Naast het enorme formaat is ook het gebrek aan storende invloeden van buitenaf een voordeel van een systeem in de ruimte. Het LISA-systeem staat gepland om in 2034 gelanceerd te worden.
Waarom lasers geweldig zijn:
Volg Bright op YouTube voor meer tech-video's