Europees batterijproject krijgt 3,2 miljard euro van EU-landen
De Europese Commissie wil op het gebied van batterijen minder afhankelijk zijn van Azië en steekt 8 miljard euro in een pan-Europees-batterijproject.
Oplaadbare batterijen worden steeds belangrijker, aangezien ze niet alleen in telefoons en laptops zitten, maar ook in elektrische auto's. Veruit de meeste batterijen komen uit Azië, de EU wil van die afhankelijkheid af.
De Europese Commissie heeft maandag een akkoord gegeven om de komende tien jaar 8 miljard euro in een Europese batterijen-alliantie te investeren, meldt de Commissie.
'Strategisch belang'
Het gaat om een investering van 3,2 miljard euro van verschillende Europese overheden, waardoor nog eens 5 miljard aan private investeringen vrij moet komen. Het batterijproject moet in 2031 totaal voltooid zijn, waarbij sommige onderdelen al eerder gereed zullen zijn.
Het project richt zich op vier gebieden: het verkrijgen van ruwe en verrijkte materialen, het ontwikkelen van innovatieve batterij-cellen en modules, batterijsystemen en recycling.
"Batterijproductie in Europa is van strategisch belang voor onze economie en samenleving, vanwege zijn potentie op gebied van schone mobiliteit, energie, banen, duurzaamheid en de concurrentiepositie", zegt Eurocommissaris voor Mededinging en Digitale samenleving Margrethe Vestager.
Automakers en energiegiganten
Het geld gaat naar meerdere Europese landen, waarbij Frankrijk de leiding neemt. De investeringen gaan daarnaast naar fabrieken in Duitsland, België, Finland, Polen, Zweden en Italië. Er zijn zeventien bedrijven direct bij het plan betrokken, met nog eens zeventig in de productieketen, stelt de Commissie.
Onder andere grote automakers zoals BMW en de PSA Group doen mee, net als energiegiganten en materiaalbedrijven als Umicore, Solvay, BASF en Fortum. De grootste investering komt met 1,25 miljard euro van Duitsland, gevold door Frankrijk met 960 miljoen euro.
De beste elektrische auto van 2019:
Volg Bright op YouTube voor meer tech-video's