Duurtest Hyundai Tucson Hybrid: wat is er te kiezen?
Bright-autotester Rutger rijdt vier weken in de Hyundai die de nieuwe designrichting van het merk aangeeft. De nieuwe Tucson Hybrid is er in verschillende versies. Welke moet je hebben?
Rutger Middendorp test elke maand een auto in de Bright Duurtest. Dit keer: de Hyundai Tucson Hybrid.
Als autojournalisten krijgen we over het algemeen afgeladen versies van auto’s mee. Mijn kinderen zijn tegenwoordig al teleurgesteld als een auto geen massagestoel heeft. Maar als ik zelf een auto configureer, dan vraag ik me af hoeveel stoelverwarming eigenlijk waard is. Dus we lopen langs deze Hyundai Tucson om te kijken welke optie de moeite waard is en welke niet.
Ik zou iedereen aanraden om voor de plug-in hybride te gaan. De meeste power en de meeste schone kilometers. Maar wij moeten het deze maand met de reguliere hybride doen.
De goedkoopste versie daarvan heet de i-Motion en heeft 17 inch velgen (beetje klein voor zo’n grote auto), climate control, autonome rijbaanassistentie, 10,25 inch scherm achter het stuur en een 8 inch multimediascherm.
Prima begin. De Comfort kost 3000 euro meer en daarvoor krijg je LED-verlichting, adaptieve cruise control, een groter multimediasysteem, keyless centrale vergrendeling en verwarmde stoelen voorin.
Tik je nog eens 1000 euro extra af, dan zit je bij de Comfort Smart. Hebben je kids achterin ook airco-instelling voor zichzelf. De auto kan dan op de snelweg grotendeels autonoom rijden. Het audiosysteem van Krell is een stuk beter en je stuur is ook verwarmd.
De Premium heeft een Premium-prijskaartje. Die is met 44.995 euro een volle 7000 duurder dan de instapper en heeft alle opties van de modellen eronder, maar dan staat hij ook nog eens op 19 inch velgen, kun je de auto met de autosleutel uit het parkeervak laten rijden terwijl je er naast staat. Je stoelen hebben een lederlook en zijn elektrisch verstelbaar en je kunt de airco door de stoel op je benen en je rug laten blazen. De Premium Sky heeft al die opties ook, maar dan leg je ook nog 1300 euro op tafel voor een panoramisch schuifkanteldak van epische proporties.
Mijn geld zou naar de Comfort gaan en dan kocht ik elders wel een setje knappe 18 of 19 inch wielen. Die adaptive cruise control is het geld wel waard en een infotainmentsysteem waarvan het scherm kleiner is dan de klokken achter je stuur, dat zou ik niet kunnen verkroppen.
De 'gratis' kleuren zijn wit en rood. Voor een mica of metallic verfje betaal je 800 euro meer. Neem je de Premium-variant, dan kun je ook een two-tone lak kiezen. Kost 1100 euro. Verder is er niets te kiezen. Opties, daar doen ze niet aan bij deze Hyundai.
Dat komt deels omdat het makkelijker is om auto’s in een aantal vaste configuraties te bouwen en deels omdat er niet zoveel opties zijn die je er nog op zou kunnen schroeven. De Comfort-variant heeft standaard ook een lichtsensor, verwerkbare spiegels, automatisch dimmende binnenspiegel, regensensor, snelheidsbordherkenning, achteruitrijcamera en draadloos laden van je telefoon.
Met die pakketten is het enerzijds makkelijker om je auto te kiezen, want veel keuze heb je niet. Aan de andere kant zijn de sprongen wel groot. Drieduizend euro van de instapper naar de Comfort is serieus geld.
Volgende week hebben we het over de rij-eigenschappen.
Rutger Middendorp test auto's voor Bright. Volg zijn updates en abonneer je ook op ons YouTube-kanaal.