'We zijn geen foto-platform meer'

Commentaar: Instagram gooit zijn unieke waarde uit het raam

instagram geen foto's meer commentaar
2 juli 2021 om 14:42
Laatste update: 2 juli 2021 om 14:42

Instagram is geen app meer om foto's te delen. Dat zegt de baas van Instagram. Die beweging was al een tijdje ingezet, maar zo zwart op wit klinkt het als het eind van een tijdperk. En als Instagram niet uitkijkt, graaft het zo zijn eigen graf, vindt Bright-redacteur Floris Poort.

"We zijn niet langer een foto-deel-app, of een vierkante foto-deel-app", zei Instagram-hoofd Adam Mosseri deze week in een video. Mosseri is sinds tweeënhalf jaar hoofd van één van de populairste apps ter wereld, nadat oprichters Kevin Systrom en Mike Krieger in 2018 opstapten.

Het duo voelde in 2010 feilloos aan waar mobiele gebruikers behoefte aan hadden. Hun eerste smartphone was voor veel mensen ook hun eerste digitale camera. Zelf foto's maken, altijd een camera op zak. Maar waar laat je die kiekjes? Delen op Instagram! Destijds voorzien van een filter om de matige fotokwaliteit van vroege smartphonecamera's te verhullen.

Stories bleven het recept trouw

Door de jaren heen kreeg Instagram meer mogelijkheden. Gebruikers konden filmpjes plaatsen, foto's hoefden niet langer per se vierkant te zijn. De insteek bleef wel hetzelfde: de mooiste beelden van je omgeving of jezelf laten zien aan vrienden, familie en iedereen die daar verder graag naar wil kijken.

Zelfs de toevoeging van Stories veranderde weinig aan die insteek. Instagram kopieerde die functie van Snapchat, en maakte er een fenomeen van. Nog laagdrempeliger durven we dingen te delen, want ze verdwijnen na 24 uur toch weer automatisch.

De laagdrempeligheid zorgde ervoor dat we meer gingen delen en er dus ook meer te zien was op Instagram. Gebruikers blijven steeds langer in de app hangen, Instagram leert steeds beter wie zijn gebruikers zijn en laat ze steeds meer advertenties op maat zien.

We willen vermaak

En daar begint stiekem het gedonder. Want, zo zei Mosseri in zijn video van deze week, de meeste gebruikers komen inmiddels naar Instagram voor "entertainment". Niet meer om te laten zien wat voor mooie foto's we hebben gemaakt, stiekem op te scheppen over onze vakantie of festival. Nee, we komen kijken naar wat anderen doen.

De concurrentie is moordend op het vlak van entertainment. Mosseri zegt het zelf: TikTok en YouTube zijn de grootste concurrenten. En dus gaat Instagram meer inzetten op beeldvullende video's waar je makkelijk doorheen kan swipen: het model dat zich voor het snelgroeiende TikTok al ruimschoots bewezen heeft.

Daarnaast gaat Instagram zich meer inzetten voor makers en influencers, met de komst van exclusieve Stories. Gebruikers kunnen dan betalen voor exclusieve beelden van hun favoriete influencers. Op dat vlak heeft YouTube natuurlijk de voorsprong: de site heeft al jaren een goedlopend creators-programma, dat makers laat meedelen in de advertentie-inkomsten.

Instagram was de perfecte mix

Om te zorgen dat gebruikers meer accounts gaan volgen, gaat Instagram die accounts opdringen. Video's waarvan Instagram denkt dat mensen ze leuk vinden, worden voortaan bovenaan de tijdlijn gezet. 'Sorry', zegt Instagram daarmee in wezen, 'we hebben het subtiel geprobeerd maar we willen gewoon per se dat je meer tijd aan deze app spendeert'.

Instagram staat zo inmiddels haaks op het idee waar het ooit mee is opgericht. Een paar jaar lang was Instagram de perfecte mix van hoofdzakelijk knullige foto's van vrienden en familie en tussendoor wat flitsende beelden van merken en influencers. Met een kwartiertje Instagram per dag was je weer bij: je wist wat je vrienden en familie hadden gedaan, influencers hadden je verteld wat er hip is en bedrijven hadden daar een prijskaartje aan gehangen.

Door langs wat reclames te scrollen had Instagram er nog winst mee gemaakt ook – kat in 't bakkie. Maar helaas: de schoorsteen moet niet alleen roken, er moet elk jaar wat meer uit komen. En als we als vrienden en familie onderling niet meer gaan delen op Instagram, dan zorgt Instagram wel dat we ergens anders naar kunnen kijken. Meer merken, meer influencers, langere video's.

Concurreren met influencers?

Die scheefgroeiende verhouding werkt averechts. Al die merken met een socialmedia-budget en al die influencers met hun voortdurende gereis en hun dure lunches en inmiddels zelfs Lamborghini's leggen de lat onmogelijk hoog, terwijl de laagdrempeligheid nou juist de aantrekkingskracht was.

Wie durft een foto van zijn boterham met hagelslag te plaatsen tussen de avocadotoast op een terras in Ibiza of een enorme hamburger van een exclusief restaurant in Tokio? Tijd besteden aan een reisverslag van je weekendje Madrid, dat door gebrek aan drone-beelden onderaan de tijdlijn komt te staan?

Laat maar, zal een deel van de gebruikers denken. Een ander deel gaat professionaliseren, zelf een influencer proberen te worden. Cynisch bekeken: ze laten zich foppen om in hun vrije tijd bij te klussen voor Instagram in ruil voor likes, volgers en misschien ooit wel wat geld voor exclusieve Stories.

Vertrouwde plek staat op het spel

Instagram maakt een gevaarlijke gok door zijn unieke waarde in te ruilen voor iets waarin TikTok en YouTube al voorlopen. Aan online vermaak is immers al jaren geen gebrek meer. TikTok weet gebruikers al prima te verleiden nog een paar minuutjes extra te kijken, YouTube blijft de plaats voor langere video's van hogere kwaliteit. Waar blijft Instagram in dat plaatje?

Uiteindelijk verliest de gebruiker zijn vertrouwde plek om laagdrempelig foto's en video's te delen, en te kijken wat 'de rest' doet. Het zal Instagram weinig interesseren, als we maar kijken. Instagram begon als antwoord op de vraag: 'Wat moet ik met al mijn foto's?'. Nu stelt Instagram de vraag: 'Wat moet ik met dat scherm op mijn telefoon?'.

Met zijn vierkante foto's en retro-filters greep het Instagram van 2010 terug op de nostalgie van de Polaroid-foto. Hopelijk komt er weer een app met zo'n zweem van nostalgie, naar tijden van knullige foto's en een tijdlijn die ooit stopt.

Instagram is geen foto-platform meer, lang leve het foto-platform.

Floris Poort, redacteur Bright.