©Unsplash
Elektrische auto vaker thuis aan de lader door stijgende stroomprijzen
De stijgende stroomkosten en niet transparante prijzen bij publieke laadpalen zorgen ervoor dat elektrische rijders hun auto toch het vaakst thuis opladen.
Dat blijkt uit het vierde Nationaal Laadonderzoek, een initiatief van ElaadNL, Vereniging Elektrische Rijders (VER) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het onderzoek is onder 4000 respondenten uitgevoerd door Rijksuniversiteit Groningen. Ondanks de enorme toename van publieke laadpalen in Nederland, laadt 69 procent van de mensen hun elektrische auto nog vooral thuis op.
Gemiddeld wordt 52 procent van stroom voor elektrische auto's uit het laadpunt aan het eigen huis gehaald. In 90 procent van de gevallen staat de elektrische auto dan ook op het privéterrein van de eigenaar, slechts in 10 procent van de gevallen kunnen rijders van elektrische auto's op de openbare weg laden vanaf hun eigen laadpunt. De mogelijkheid om thuis te kunnen laden blijft het belangrijkste beslispunt voor het kopen van een elektrische auto, omdat thuis laden nog altijd goedkoper is dan publiek laden.
Zonnepanelen
Thuis laden is de meest gewilde laadmogelijkheid, met het hoogste rapportcijfer van 9,1. Bovendien heeft 77 procent van de elektrische rijders ook zonnepanelen, die steeds vaker worden gebruikt om de auto tijdens de piekuren van de zon goedkoop of gratis te laden. Inmiddels is 20 procent van de elektrische rijders overgestapt op een dynamisch energiecontract, waarbij de prijs lager is op momenten met bijvoorbeeld veel zon of wind.
Dat kan op het gebied van betaalbaarheid en belasting van het stroomnet een knelpunt worden. Terugleveren aan het overbelaste stroomnet wordt de komende tijd minder lucratief of gaat het zelfs geld kosten.
Bidirectioneel laden
De oplossing voor dat probleem kan bidirectioneel laden zijn, waarbij de eigen zonnestroom in de auto wordt opgeslagen, en wordt teruggeleverd wanneer die nodig is. Dan wordt het stroomnet gespaard en worden kosten gedrukt – maar die optie is vooralsnog alleen in zicht voor mensen met een eigen oprit en zonnepanelen. De laatste cijfers wijzen er dan ook op dat de vraag naar elektrische auto's afvlakt.
Prijstransparantie moet beter
Hoewel er in Nederland geen tekort is aan reguliere openbare laadpalen, zijn elektrische rijders wel ontevreden over het gebrek aan prijstransparantie. De helft van de chauffeurs weet van tevoren niet wat het laden bij een openbare laadpaal kost, en die prijzen kunnen flink verschillen. Ook zou men bij openbaar laden graag dynamische tarieven zien.
Openbaar laden krijgt nu een rapportcijfer van tussen de 6,7 en 7,2 afhankelijk van de locatie. "We zien grote prijsverschillen, maar prijstransparantie bij de publieke laadpaal is soms ver te zoeken”, stelt Maarten van Biezen van de Vereniging Elektrische Rijders (VER).
"Het is nu zo goed als onmogelijk voor een EV-rijder te weten met welke laadpas of app je het gunstigste tarief aan de laadpaal betaalt. En dat is relevant want dat kan al gauw 10 a 15 euro per laadbeurt verschillen tussen laadpassen aan een laadpaal. EV-rijders zijn steeds meer kostenbewust. De energiecrisis heeft zijn sporen nagelaten. Mensen zoeken naar manieren om de laadkosten te drukken."
Weinig range anxiety
Onder elektrische rijders is angst voor een lege accu nauwelijks aanwezig. Opvallend, want voor ruim een derde van de benzinerijders blijft die actieradius een groot bezwaar om over te stappen. Inmiddels zegt echter 40 procent van de elektrische rijders nooit onderweg te hoeven laden, vorig jaar was dat nog 30 procent. Verder hoedt 85 procent van de elektrische rijders maximaal twee keer per maand onderweg te laden.
Dat laden gaat door het groeiende aanbod aan openbare laadpalen steeds makkelijker. Nu zegt 32 procent van de respondenten nooit knelpunten te ervaren bij openbaar laden. In 2022 ging het voor 19 procent van de rijders altijd goed, in 2021 voor slechts 11 procent. En ook snelladen langs de snelweg gaat goed: 68 procent ervaart daarbij geen knelpunten, terwijl dat in 2021 nog een minderheid van 38 procent was.