Review: LG V30 kan niet op tegen de concurrentie
De LG V30 heeft twee grote minpunten waardoor hij nauwelijks kan concurreren met andere dure smartphones.
LG is gestopt met experimenteren. Nadat de modulaire LG G5 flopte en de V10 en V20 met hun tweede scherm nauwelijks over de toonbank gingen, ging LG voor de logische keuze: een smartphone maken met alles wat de consument wil. Dat betekent: een groot scherm, snelle hardware, een lange accuduur, draadloos opladen, een dubbele camera, waterdichtheid en natuurlijk een ingang voor je bedrade koptelefoon. Op papier lijkt de LG V30 dan ook de ideale smartphone, maar schijnt bedriegt.
Scherm is niet goed
Laten we beginnen bij het grootste minpunt van de V30: het 6 inch oled-scherm. Zowel wit als grijs wordt vlekkerig weergegeven en het lijkt dan alsof er stof onder het scherm zit. Ook is het scherm niet zo helder als dat van concurrenten. Als laatste zijn de kijkhoeken slecht: zodra je de telefoon kantelt komt er een blauwe waas over het scherm.
Het is opvallend dat de V30 zo'n matig scherm heeft. LG geldt als één van de belangrijkste oled-producenten en is de grote concurrent voor Samsung, wiens schermen niet alleen in de eigen Galaxy-reeks zitten maar ook in de iPhone X. Het verschil in kwaliteit van het oled-scherm van Samsung en de LG-versie in de V30 is dan ook enorm.
Glazen behuizing
Op het design valt daarentegen weinig aan te merken. LG gebruikt een glazen behuizing voor de V30. Daardoor is het mogelijk om de telefoon draadloos op te laden: leg hem met zijn rug op de lader en de accu wordt gevuld. Daar staat wel tegenover dat glas snel vingerafdrukken toont en kan breken. Stop hem in een goed hoesje en die twee nadelen verdwijnen, terwijl draadloos opladen mogelijk blijft.
Aan de achterkant vind je de vingerafdrukscanner van de V30, die snel en gemakkelijk werkt. Bovenop het toestel is de ingang voor een koptelefoon. Het is niet de beste plek (dat is onderaan), maar veel gebruikers zullen het fijn vinden dat ze de mogelijkheid hebben om hun bedrade koptelefoon zonder adapter in de telefoon te steken. Het geluid dat uit de V30 komt is daarbij uitstekend: LG gebruikt een goede audiochip die zelfs bij Spotify al verschil maakt. Geluid klinkt dieper en voller dan bij de concurrentie.
LG levert ook nog een setje oordopjes bij de V30 van het merk Bang & Olufsen. Ondanks dat dit merk bekendstaat om zijn kwaliteit en zeer hoge prijs, klinken deze dopjes niet geweldig. Het valt daarom aan te raden om een eigen koptelefoon - ik gebruikte de B&W P7 - in de V30 te steken om zo optimaal van de audiochip gebruik te maken.
Slomer dan Note 8
De hardware van de V30 is verder vergelijkbaar met de meeste dure smartphones: een snelle Snapdragon 835-chip van Qualcomm en 128GB opslagruimte. De telefoon heeft met 4GB alleen niet erg veel werkgeheugen. De meest dure telefoons hebben 6GB of soms zelfs 8GB. De V30 had voor zijn prijs ook wel minstens 6GB mogen hebben.
Je merkt ook in gebruik van de V30 wat minder werkgeheugen tot zijn beschikking heeft. Bij intensief gebruik en veelvuldig wisselen tussen apps voelt hij slomer aan dan bijvoorbeeld de Galaxy Note 8. Dat ligt mogelijk ook aan de software van de V30, die ondanks alle klachten van reviewers en gebruikers nog steeds traag aanvoelt.
Software oogt kinderlijk
Ja: de software. Dat is het tweede grote minpunt van de V30. Icoontjes worden in witte vakjes gestopt waardoor het lijkt alsof je een kindertelefoon bedient. Het instellingenmenu is nog steeds een onoverzichtelijk rommeltje. Ook LG's apps voor je telefoon, contacten en mail zijn slappe aftreksels van de Google-varianten. LG kan beter gewoon de officiële Google-apps gebruiken, net zoals HTC en Motorola. Daarnaast wordt de telefoon geleverd met Android 7.1 in plaats de laatste versie: Android 8.0. Een update naar de laatste versie zou nog voor het einde van het jaar verschijnen.
LG heeft wel een handige accubesparingsmodus aan de V30 toegevoegd. Deze optie verandert de kleurrijke interface in één die zwart-oranje is. Althans, het homescreen en de apps van LG. De kleur zwart verbruikt namelijk geen energie bij oled-schermen. Op die manier kun je bij een laag accupercentage de nodige energie besparen.
Maar de energiebesparingsmodus hoef je niet vaak in te schakelen: de V30 heeft een goede accuduur waar je meestal tussen de vier en vijf uur scherm-aan-tijd uit haalt. Dit houdt in dat je met redelijk actief gebruik nog het einde van de dag haalt.
Geen portretmodus
De 16-megapixel-camera schiet goede foto's, vergelijkbaar met de kwaliteit die je krijgt van de Galaxy S8. Als je de tweede camera erbij inschakelt, kun je breedbeeldfoto's schieten om bijvoorbeeld landschappen goed vast te leggen. Ook zijn er tal van nieuwe fraaie filters beschikbaar waarmee je jouw foto's kunt opleuken.
Toch mist de V30 een belangrijke functie: de portretmodus waarbij de achtergrond wordt vervaagd, ook wel het bokeh-effect genoemd. Deze optie zit onder andere op de Google Pixel 2 en iPhone 7/8 Plus en iPhone X en zorgt ervoor dat portretfoto's eruitzien alsof ze met een dure spiegelreflexcamera zijn geschoten. Daarnaast schiet de 5 megapixel-camera aan de voorkant ook niet de beste selfies: de foto's ogen blokkerig, vooral als er niet veel licht is.
Geen aanrader
Met twee grote minpunten komt de V30 niet heel goed uit de test. Dat het scherm aanzienlijk slechter is dan die van de concurrentie is eigenlijk al een reden om deze telefoon niet aan te schaffen. Het is enorm zonde, want op papier is de V30 met al zijn waterdichtheid, draadloos opladen en uitstekende audiobeleving één van de beste smartphones van het jaar.
Met een adviesprijs van 899 euro is de concurrentie voor de V30 ook zwaar. Hoogstwaarschijnlijk zo zwaar dat consumenten eerder kiezen voor een bekender merk, zoals Samsung of Apple, of een goedkoper en beter alternatief, zoals de OnePlus 5T. Over een paar maanden is iedereen de V30 alweer vergeten, en daar hoeven we niet om te treuren.
Zie ook:
OnePlus 5T: beste Android-smartphone van 2017
Terugkijken: de beste smartphones van 2017 in een livestream